Door het zoutgehalte in bewerkte voedingsmiddelen te verlagen of te kiezen voor zoutarme alternatieven is aanzienlijke gezondheidswinst te boeken als het gaat om hart- en vaatziekten. Dit kan maximaal leiden tot ruim 5% minder hartinfarcten en ruim 7% minder beroertes. Dat blijkt uit promotieonderzoek van Marieke Hendriksen bij het RIVM en Wageningen University. Om de gezondheidswinst te behalen, is een forse inspanning nodig van de voedingsmiddelenindustrie en van consumenten zelf.

Een hoge zoutinname draagt bij aan het risico op een hoge bloeddruk en dat is weer een belangrijke risicofactor voor hart- en vaatziekten. In Nederland behoren coronaire hartziekten en beroertes tot de aandoeningen met de hoogste ziektelast. Een verlaging van de zoutinname leidt tot een lagere bloeddruk en daardoor tot minder gevallen van hart- en vaatziekten. De zoutinname ligt in Nederland ruim boven de aanbevolen maximale hoeveelheid van 6 gram per dag. Ongeveer 80% van de dagelijkse zoutinname komt uit bewerkte voedingsmiddelen. Hendriksen onderzocht voor het eerst wat concreet de impact is van zoutverlaging op de volksgezondheid.

Zoutgehalte verlagen

Wanneer het zoutgehalte van bewerkte voedingsmiddelen wordt gehalveerd (een niveau dat technologisch gezien haalbaar is), daalt de dagelijkse zoutinname uit bewerkte voedingsmiddelen met 2,1 (vrouwen) tot 2,9 gram (mannen), een daling van respectievelijk 37% en 38%. In dat scenario zouden de komende twintig jaar bijna 30.000 hartinfarcten en ruim 53.000 beroertes kunnen worden voorkomen (een daling van respectievelijk 4,4 en 6%). Zo’n maximale verlaging van het zoutgehalte zou wel een enorme inspanning vereisen van de voedingsmiddelenindustrie. In de periode tussen 2006 en 2010 hebben die inspanningen zich nog niet vertaald in een lagere dagelijkse zoutinname. Begin 2014 sloot Minister Schippers met het bedrijfsleven het Akkoord Verbetering Productsamenstelling, gericht op verlaging van de hoeveelheid zout, verzadigd vet en suiker in levensmiddelen.

Zoutarme alternatieven

Wanneer voedingsmiddelen worden vervangen door alternatieven met een lager zoutgehalte kan de zoutinname uit voedingsmiddelen met 2,7 tot 3,6 gram afnemen (een daling van 47%). Bij een verlaging van de zoutinname door te kiezen voor zoutarme alternatieven zouden de komende 20 jaar ongeveer 35.000 hartinfarcten kunnen worden voorkomen (een daling van 5,3%) en ruim 64.000 beroertes (daling van 7,2%). Om de zoutinname zo ver te laten dalen, moet de consument een flinke aanpassing doen aan het huidige eetpatroon. 

Onderzoek

De hierboven beschreven effecten van verschillende scenario’s voor zoutreductie zijn berekend door middel van modelsimulaties met het RIVM Chronische Ziekten Model.  Hierbij zijn gegevens gebruikt uit de Nederlandse Voedselconsumptie Peiling 2007–2010 en uit de Nederlandse Voedingsmiddelentabel van 2011. Het onderzoek werd uitgevoerd bij het RIVM in samenwerking met Wageningen University, TNO en het WHO World Health Organization (World Health Organization) Collaborating Centre for Nutrition van het RIVM.