Als bij het berekenen van de ziektelast van letsel door geweld naast de sterfte ook de lichamelijke en psychische gevolgen worden meegeteld, stijgt de totale ziektelast van letsel door geweld met 73 procent. Tot nu toe is de ziektelast van 'letsel door geweld' alleen uitgedrukt als het aantal mensen dat hierdoor vroegtijdig overlijdt. Ziektelast is het verlies van gezondheid binnen een bevolking door ziekte en vroegtijdig overlijden.

80% van de stijging is toe te schrijven aan lichamelijk letsel en 20% aan de psychische gevolgen (PTSS Posttraumatische Stressstoornis (Posttraumatische Stressstoornis) en depressie) voor de slachtoffers van geweld. 

Onderschatting

De berekeningen geven een beter beeld van de ziektelast van letsel door geweld. De uitkomsten van de nieuwe berekeningen blijven een onderschatting van de werkelijke cijfers doordat informatie ontbreekt, zoals gegevens over slachtoffers die niet op de eerste hulp zijn geregistreerd.

3 procent van totaal

De ziektelast van letsel door geweld vormt in Nederland 3 procent van de ziektelast van alle letsels, zoals letsel door verkeersongevallen, blessures en suïcidepogingen. De ziektelast is vergelijkbaar met die van andere Europese landen. Deze vergelijking is gebaseerd op cijfers van de Global Burden of Disease (GBD Global Burden of Disease (Global Burden of Disease)), een internationale studie naar ziektelast. 

Kosten

Naast de verbeterde ziektelastberekening is ook een berekening gemaakt van de kosten die gepaard gaan met letsel door geweld. Schattingen van de medische kosten en verzuimkosten als gevolg van lichamelijk letsel door geweld bedragen in de onderzochte periode (2009-2013) jaarlijks gemiddeld respectievelijk €30 miljoen en €66 miljoen. De geschatte kosten voor de psychische gevolgen van letsel door geweld (PTSS en depressie) zijn aanzienlijk lager (€5,2 miljoen). Hierbij zijn de kosten van leed als gevolg van bedreiging (een veel voorkomende vorm van geweld) niet meegenomen, noch de maatschappelijke kosten voor de omgeving (familieleden, getuigen).

Het onderzoek werd uitgevoerd over de periode 2009-2013, in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)) en Veiligheid en Justitie (VenJ Veiligheid en Justitie (Veiligheid en Justitie)). Het onderzoek is onder regie van het RIVM uitgevoerd door het Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam (Erasmus MC Erasmus University Medical Center (Erasmus University Medical Center)) en de Stichting VeiligheidNL.