Er blijkt een grote variatie aan producten te zijn, waarvan niet eenvoudig te bepalen is onder welke wetgeving zij vallen: de Warenwet, de Geneesmiddelenwet, de Wet op de medische hulpmiddelen of de Biocidenverordening. Daardoor is soms ook onduidelijk wie verantwoordelijk is voor het toezicht en/of handhaving. Dit kan risico’s voor de consument met zich meebrengen. Het RIVM heeft geïnventariseerd om welke producten het gaat.

Om de veiligheid van producten te waarborgen zijn er wetten die beschrijven aan welke eisen ze moeten voldoen. Afhankelijk van het type product vallen ze onder de Warenwet, de Geneesmiddelenwet, de Wet op de medische hulpmiddelen of de Biocidenverordening. In het verlengde daarvan zijn verschillende instanties ervoor verantwoordelijk dat de wetten worden nageleefd. Deze wetten sluiten niet naadloos op elkaar aan. Soms moet dus voor afzonderlijke producten worden beoordeeld onder welke wetgeving ze vallen. Het RIVM heeft geïnventariseerd welke producten op het grensvlak van medische hulpmiddelen, waren (consumentenproducten) en biociden zitten. 

Eigenschappen en doel

Deze inventarisatie geeft een beknopt overzicht van de wetgevende kaders en wie waarvoor verantwoordelijk is. Daarnaast zijn de factoren beschreven die van belang zijn voor de indeling van producten. Dit betreft bijvoorbeeld de chemische/technische eigenschappen van een product (de werkzame stof) en het doel waarmee het product op de markt wordt gebracht. Mogelijkheden om risico’s te verkleinen zijn betere voorlichting aan consumenten en bedrijven en een betere afstemming tussen de handhavende instanties om elkaar op grensvlakproducten te wijzen. Dit overzicht kan gebruikt worden om deze afstemming te verbeteren, maar aan dit rapport kan geen wettelijke status voor producten worden ontleend.