Artsen zonder Grenzen is vanaf het begin van de huidige uitbraak van ebola in West-Afrika (voorjaar 2014) betrokken bij de behandeling van patiënten en het voorkomen van verspreiding. Een aanvankelijk kleine uitbraak bleek een heel ander verloop te hebben dan bij andere uitbraken waarbij de organisatie in actie kwam. Artsen zonder Grenzen heeft haar inspanningen tot het maximale opgeschaald en er zijn veel mensen nodig om deze ongekende epidemie tot staan te brengen, vooral gekwalificeerd medisch personeel. Bij het sturen van hulpverleners en het monitoren van de mensen die terugkeren naar onder meer Nederland komt veel kijken.

Aanvankelijk leek deze uitbraak van ebola een regulier verloop te hebben. Daarbij vallen in afgelegen gebieden in een aantal Afrikaanse landen rond de evenaar (Gabon, Congo, Democratische Republiek Congo en Uganda) hooguit enkele honderden doden. Maar in een regio met intensief handelsverkeer rond een drielandenpunt blijkt de uitbraak toch heel anders dan de vorige. Inmiddels (stand van 29 oktober 2014) zijn volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO World Health Organization (World Health Organization)) 13.698 patiënten geregistreerd en 4.919 overleden. Door de gebrekkige gezondheidszorg is het beeld onduidelijk en is het waarschijnlijk dat er veel meer patiënten zijn.

In 1976 herleidde de Belgische professor Peter Piot de oorzaak van een uitbraak van een tot dan toe onbekende ziekte in het toenmalige Zaïre (nu de Democratische Republiek Congo) tot een filovirus. Het kreeg de naam ebola, naar een rivier in de buurt van de onderzoekslokatie. Het virus kent verschillende varianten, waarvan er maar een niet dodelijk is, het zogenaamde Reston ebolavirus.

In het voorjaar van 2014 hoorden medewerkers van Artsen zonder Grenzen dat er nabij hun malariaproject in Guéckédou, Guinee, mensen overleden onder verdachte omstandigheden. Esther Sterk, een Nederlandse collega die bij de Zwitserse zusterorganisatie van Artsen zonder Grenzen werkt, had niet veel informatie nodig: ‘Dat is ebola’. Maar ja, ebola, in Guinee? In West-Afrika? Het bleek inderdaad om ebola te gaan en er werd er een behandelkit overgevlogen om een ebolabehandelcentrum te starten.

Begin juni 2014 leek de uitbraak onder controle, maar al snel daarna bleek dat de besmetting zich had uitgebreid naar buurlanden Sierra Leone en Liberia. Op 22 juni sloeg Artsen zonder Grenzen alarm met de boodschap dat de epidemie volledig uit de hand aan het lopen was.

Eind september, had de ziekte zich verspreid naar 5 landen (Guinee, Liberia, Sierra Leone, Nigeria en Senegal) en 4500 doden veroorzaakt. De veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN Verenigde Naties (Verenigde Naties)) riep deze uitbraak uit tot een wereldwijde noodsituatie voor de volksgezondheid en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) richtte een taskforce op, een comité, gewoonlijk bestaande uit een aantal experts uit het vakgebied, met een speciaal doel. 


Artsen zonder Grenzen (alle verschillende zusterorganisaties samen) heeft inmiddels 263 internationale medewerkers gestuurd naar Liberia, Sierra Leone en Guinee, en heeft meer dan 3.000 medewerkers uit de landen zelf in dienst. Onder de internationale medewerkers bevinden zich ook Nederlanders. De Nederlandse tak van Artsen zonder Grenzen leidt inmiddels het project in Kailahun, Sierra Leone. Dit betekent dat er tot aan het einde van het jaar ongeveer 120 personen via Nederland naar Sierra Leone zullen reizen. Na hun werk zullen ze terugkeren in Nederland voor een debriefing en worden ze 21 dagen - de maximale incubatietijd van ebola - gevolgd. Een deel van deze medewerkers zal deze 21 dagen in Nederland doorbrengen, een ander deel zal naar hun eigen land teruggaan (Verenigde Staten, Canada, Verenigd Koninkrijk, India, etc.).

 

Stand van zaken ebola-uitbraak op 29 oktober 2014

Aantal geregistreede gevallen

13.698

Aantal geregistreerde doden

 4.919

Aantal internationale medewerkers Artsen zonder Grenzen

 263

 Aantal lokale medekwerkers AzG uit de landen zelf

 3.084

 

Wat doet Artsen zonder Grenzen om de medewerkers te beschermen tegen besmetting? Allereerst vindt er een zorgvuldige selectie plaats. Vooral verpleegkundigen, artsen, water- en sanitatie specialisten en logistieke medewerkers zijn hard nodig. Na een eerste selectie krijgen alle medewerkers een uitgebreide medische en psychologische briefing. Hierin wordt per persoon uitgebreid ingegaan op de ziekte, de ziekteverschijnselen, het voorkomen van persoonlijke besmetting, de omgang met elkaar (er geldt een absolute “no touch” policy, ook buiten het werk), de mogelijkheid tot voortijdig vertrek op verzoek, etc. Ook worden de mogelijk-heden en onmogelijkheden van repatriëring besproken. Daarbij maken we duidelijk dat het niet altijd gegarandeerd is dat medewerkers gerepatrieerd kunnen worden, hoewel de mogelijkheden steeds beter worden.

In de psychologische briefing wordt onder meer stilgestaan bij gevoelens van onmacht (er zullen veel patiënten overlijden tijdens een verblijf van 4 weken) en omgaan met stress. Op elk moment gedurende dit proces kan de medewerker besluiten toch niet te gaan. Tot slot volgt de medewerker een training van 2 dagen in een trainingscentrum. (zie reportage van de Belgische televisie).

In de getroffen landen zelf verblijven de medewerkers in een hotel of huis dat alleen voor medewerkers van Artsen zonder Grenzen is gereserveerd. De huishoudelijke staf van het hotel of huis wordt dagelijks gecontroleerd op koorts en symptomen voor ze aan het werk gaan. Ook worden ze uitgebreid geïnstrueerd over hygiënisch werken. De auto’s waarmee de medewerkers reizen zijn van Artsen zonder Grenzen, en worden niet gedeeld (zelfs niet met medewerkers van de WHO of bijvoorbeeld personeel van het internationale Rode Kruis). Met de medewerker wordt besproken dat hij/zij elke medische klacht die hij/zij ervaart moet melden bij de Staff Health Responsible om besmetting van collega’s te voorkomen. 



De behandelcentra voor ebola zijn dusdanig opgezet, dat er slechts in 1 richting wordt gewerkt (van laag naar hoog risico). Alles is erop ingericht om de medewerkers optimaal te beschermen. Voordat ze naar binnen gaan in het hoogrisico- gedeelte worden medewerkers in paren aangekleed in volledige beschermende pakken (PPE Personal protective equipment (Personal protective equipment), personal protection equipment). Als duo betreden zij de hoogrisicozone, om daar gericht handelingen uit te voeren. De temperatuur in de volledig afsluitende pakken kan oplopen naar 40 graden. Vanwege die hitte en het risico oververmoeid te raken, mogen medewerkers slechts 1 uur in de hoogrisicozone werken. De paren houden elkaar voortdurend in de gaten. Mocht 1 van beiden moe of niet geconcentreerd ogen, dan gaan zij gezamenlijk weer naar buiten. De pakken van medewerkers die de hoogrisicozone verlaten, worden door andere medewerkers eerst gedesinfecteerd met chloor, waarna ze hun kleding, met behulp van een buddy, volgens een strikt protocol laag voor laag uitdoen. Alle PPE, maar ook alles wat in de hoogrisicozone is geweest wordt uiterst zorgvuldig ontsmet of verbrand.

 

Aan het eind van een verblijf van gemiddeld 4 weken gaan de medewerkers weer naar huis. Door de zware omstandigheden en het, ondanks alle voorzorgsmaatregelen, aanwezige risico van besmetting, is dit de maximale tijd voor medewerkers om in 1 van de projecten te werken.

Bij terugkomst worden alle medewerkers persoonlijk medisch en psychologisch gedebriefd door een speciale verpleegkundig medewerker. In het medische gedeelte wordt eerst doorgenomen of er echt geen onbeschermde contacten hebben plaatsgevonden (laag of hoog risico). Mocht dit toch het geval zijn, dan verloopt de monitoring volgens de regels van het RIVM voor contacten met hoog risico: de medewerker monitort thuis zijn temperatuur en heeft dagelijks contact met de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst). De overige teruggekeerde hulpverleners, die allen in de laagrisicocategorie vallen, meten
2 maal per dag hun temperatuur en nemen alleen contact op met de GGD bij eventuele koorts. Alle teruggekeerde hulpverleners kunnen thuis een normaal leven leiden, want ze zijn niet besmettelijk zolang er geen verschijnselen optreden.


In de debriefing wordt nogmaals uitgebreid ingegaan op de verschijnselen van ebola, de instructie om 2 keer per dag de temperatuur te meten en het uitwisselen van contactgegevens over de actuele verblijfplaats van de medewerker. Deze medewerker krijgt bovendien 2 telefoonnummers die 24 uur per dag bereikbaar zijn: 1 voor medische klachten of koorts en 1 voor psychische problemen.

Inmiddels blijkt dat vrienden en familie van medewerkers die terugkomen meer moeite hebben met de missie van hun dierbare dan ze vooraf hadden ingeschat. In de debriefings blijkt dat de familie van de medewerkers soms niet wil dat de hulpverleners op bezoek komen en dat ze bijvoorbeeld niet voor verjaardagen worden uitgenodigd. Dit is moeilijk voor de medewerkers, die vaak een van hun zwaarste missies achter de rug hebben. Artsen zonder Grenzen heeft speciaal voorlichtingsmateriaal voor vrienden en familie. 



In de tijd dat de medewerker in het veld is, neemt Artsen zonder Grenzen alvast contact op met de GGD in de regio waar zijn/haar woonplaats onder valt (voor Nederlanders) of een soortgelijke instantie in het buitenland waar de persoon gaat verblijven na terugkomst. Hiermee wil Artsen zonder Grenzen voorkomen dat er bij koorts of klachten contact op moet worden opgenomen met een dienstdoende arts van de GGD die van niets weet. Verder krijgt het RIVM wekelijks een update van alle personen die in Nederland verblijven na het werk in een ebolaproject en die gedurende 21 dagen na aankomst in Nederland gevolgd zullen worden.

De logistiek rondom de uitzending van mensen naar een ebola-missie is enorm. Met 6 behandelcentra en 1 doorgangscentrum - totaal ruim 650 bedden - doet Artsen zonder Grenzen het uiterste. Om die inspanning vol te houden is voortdurend gekwalificeerde staf nodig om de centra te bemannen.

Bent u geïnteresseerd om met Artsen zonder Grenzen een bijdrage te leveren aan de strijd tegen ebola? Via https://www.artsenzondergrenzen.nl/gezocht-verpleegkundigen-en-artsen-voor-werk-ebolaklinieken vindt u een overzicht van de eisen die aan het medisch personeel worden gesteld. 

 

Auteur

M. de Wit, Staff Health Responsible, Artsen zonder Grenzen

Correspondentie

Bas.Tielens@amsterdam.msf.org