Een zwangere praktijkdocente op een groenschool wil in het voorjaar met haar leerlingen meehelpen bij het lammeren van schapen en geiten. De dieren zijn gevaccineerd tegen Q-koorts. De docente neemt contact op met de bedrijfsarts om te informeren naar de gezondheidsrisico’s voor haar ongeboren baby.

content

Auteur(s): K. Heimeriks, T. Oomen

Infectieziekten Bulletin: januari 2015, jaargang 26, nummer 1

Schapen en geiten kunnen besmet zijn met Coxiella burnetii (Q-koorts), Listeria monocytogenes of Chlamydophila abortus. Deze ziekteverwekkers kunnen niet alleen bij de dieren abortus veroorzaken, maar ook bij de mens. De ziekteverwekkers kunnen bij dieren aangetoond worden in het vruchtwater, de vrucht, het bloed, de nageboorte(s) en de melk. Ook de omgeving (stro) van het dier kan besmet zijn. Coxiella burnetii, Listeria monocytogenes of Chlamydophila abortus kunnen lang in het milieu overleven. Infecties bij dieren worden vaak herkend doordat er een verhoogd aantal abortussen op het bedrijf is, maar ook bij ogenschijnlijk normale diergeboortes is aanwezigheid van genoemde ziekteverwekkers niet uitgesloten.

Q-koorts

Acute Q-koorts bij zwangere vrouwen kan complicaties geven tijdens de zwangerschap. De kans op een vroeggeboorte, miskraam of intra-uteriene vruchtdood is hoger dan bij een zwangere vrouw zonder Q-koorts. Q-koorts was tussen 2007 en 2011 in Nederland een belangrijk volksgezondheidsprobleem met een wereldwijd ongekende omvang. Door maatregelen zoals het vaccineren van schapen en geiten is Q-koorts nu in Nederland onder controle en is het risico op het oplopen van Q-koorts in Nederland klein.

Voorzorgsprincipe

Omdat niet met zekerheid kan worden voorspeld of dieren vrij zijn van ziekteverwekkers, hanteert de arbeidsgeneeskunde in deze situaties het voorzorgsprincipe. Het beleid van de werkgever moet gericht zijn op het voorkomen of minimaliseren van de blootstelling van werknemers aan ziekmakende factoren. De Arbowet eist dan ook van werkgevers dat zij aandacht besteden aan de risico’s die werknemers ondervinden door blootstelling aan (biologische) agentia in het werk. Werknemers die in contact zijn met mogelijk besmette dieren of dierlijke producten moeten de juiste hygiënemaatregelen nemen door beschermende kleding te dragen: overall, laarzen en handschoenen. Bij stofvormende werkzaamheden moet ook een masker (minstens FFP2) worden gedragen.

Stigas Stichting Gezondheidszorg Agrarische Sector (Stichting Gezondheidszorg Agrarische Sector), een organisatie die werkgevers en werknemers in de groene en agrarische sector adviseert, heeft een algemene risico-inventarisatie en -evaluatie gemaakt en komt tot de volgende adviezen voor zwangere vrouwen werkzaam in deze sectoren:

  • Vermijd tijdens de zwangerschap contact met dieren die gaan bevallen.
  • Vermijd tijdens de lammerperiode contact met geiten en schapen.
  • Vermijd contact met dieren als er abortusproblemen zijn op het bedrijf.

Helpen bij het lammeren?

Er is weinig bekend over het aantal vrouwen dat een miskraam krijgt door infecties opgelopen via lammerende schapen of geiten. Echter, vanuit het voorzorgsprincipe is het belangrijk dat zwangere vrouwen niet helpen bij het lammeren van schapen en geiten en ook contact met potentieel besmette dierlijke materialen vermijden.

Auteurs

K. Heimeriks, T. Oomen, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM

Correspondentie
karin.heimeriks@rivm.nl

Bronnen

  1. LCI-richtlijn Q-koorts
  2. www.Stigas.nl
  3. www.Kiza.nl