Go to abstract

Samenvatting

Het gebruik van N1-methylnicotinamide (NMN) als biomarker voor nitraat/nitriet blootstelling is onderzocht in drie experimenten met ratten en een humane studie met vrijwilligers. Ratten zijn blootgesteld aan 36 mmol KCl, KNO2 of KNO3 per liter water gedurende 2, 12 en 13 weken. Het algemene beeld was dat de ratten die KNO2 kregen een statistisch significante (p<0.01) tweevoudige toename in NMN vertoonden in vergelijking met de KCl-groep. Deze toename werd waargenomen na een relatief hoge blootstelling van ongeveer 800 mg/kg lichaamsgewicht/dag). De inductie van urinair NMN in mensen werd onderzocht in een experiment met 8 vrijwilligers die een eenmalige orale dosis ontvingen van natriumnitraat overeenkomend met 10 mg NaNO3/kg lichaamsgewicht/dag (2 maal de acceptable daily intake voor nitraat). Na de eenmalige dosis natriumnitraat was een snelle toename te zien van het urinaire NMN gehalte (tot 6 maal) in vier vrijwilligers. In de andere vier vrijwilligers was de urinaire NMN concentratie nauwelijks veranderd. Bij herhaling van hetzelfde experiment met dezelfde vrijwilligers was het opmerkelijk te zien dat alle vrijwilligers dezelfde respons te zien gaven voor urinair NMN als in het eerste experiment. Geconcludeerd wordt dat NMN mogelijk kan dienen als een goede biomarker voor de interne nitriet blootstelling bij mensen. Nadere studies zijn echter nodig om dit te bevestigen.

Abstract

The use of N-methylnicotinamide (NMN) as a biomarker for nitrate/nitrite exposure was investigated in three rat experiments and one human study with volunteers. Rats have been exposed to 36 mmol KCl, KNO2 or KNO3 per liter tap water for 2, 12 and 13 weeks. In general, the animals receiving KNO2 showed a statistically significant (p<0.01) twofold increase in NMN compared with the KCl-group. This increase was observed after a relatively high exposure (about 800 mg/kg body weight/day). The induction of urinary NMN in humans was investigated in an experiment with 8 human volunteers who received a single oral dose of sodium nitrate, corresponding with 10 mg NaNO3/kg b.w./day (2 times the acceptable daily intake for nitrate). After the single dose of sodium nitrate a rapid increase of urinary NMN (up to six-fold) was observed in four volunteers. In the other four volunteers the urinary NMN concentration did hardly react. When the same experiment was repeated with the same volunteers, it was remarkable to see that all volunteers showed the same response on urinary NMN as in the first experiment. It is concluded that NMN can possibly be a good biomarker for the internal nitrite exposure of humans but further studies are nessecary to assess its value.

Resterend

Grootte
0MB