Go to abstract

Samenvatting

Personen met klachten van acute gastro-enteritis die vermoeden dat deze klachten veroorzaakt zijn door het eten van besmet voedsel kunnen contact opnemen met de Inspectie Gezondheidsbescherming/Keuringsdienst van Waren (IGB/KvW). Indien mogelijk worden de verdachte voedingsmiddelen en in een aantal gevallen de bereiders en/of de bereidingsplaats door de IGB/KvW onderzocht op mogelijke oorzaken. De IGB/KvW-en melden de gegevens van deze klachten jaarlijks aan het RIVM. In dit rapport worden de gegevens over de periode 1991 tot en met 1994 gepresenteerd. Gegevens over de jaren 1991 tot en met 1993 werden door 8 van de 13 Inspecties/Keuringsdiensten doorgegeven, over 1994 door 11. Het totaal aantal meldingen was 2621, het totaal aantal gerapporteerde ziektegevallen 7567. In 2,5% van de incidenten was het aantal ziektegevallen 15 of meer. In 8,3% (218/2621) van de incidenten werd een mogelijke veroorzaker aangetoond in het verdachte voedsel dan wel in monsters genomen naar aanleiding van het incident. De meest frequent gevonden verwekkers waren Bacillus cereus toxine (40 incidenten, 1,5%) en Salmonella (31 incidenten, 1,2%). Voedsel dat vaak genoemd werd als verdacht was chinees voedsel (572/2621, 21,8%) en vlees en vleeswaren (272/2621, 10,4%). De bereidingsplaats was bij het merendeel van de incidenten een restaurant (1188/2621, 45,3%) of een cafetaria (282/2621, 10,8%). Het gemiddeld aantal ziektegevallen was het hoogst bij incidenten in instellingen (20,8 personen). Zowel bij het type voedsel als bij de bereidingsplaats is niet aangegeven of er al dan niet microbiologische of epidemiologische bewijzen zijn voor de verdachtmaking. Tussen de Inspecties/Keuringsdiensten bestonden grote verschillen in de aantallen meldingen per jaar, de verdeling van het aantal ziektegevallen per incident en het percentage van de incidenten waarbij een mogelijke veroorzaker werd aangetoond. Het is van belang om oorzaken van deze verschillen te inventariseren en de resultaten hiervan te gebruiken voor het opstellen van een uniforme wijze van registreren. Daarnaast kunnen mogelijk items worden opgenomen die op dit moment niet worden geregistreerd, zoals op welke pathogenen de monsters zijn onderzocht en of er bewijzen zijn voor de verdachtmaking van bepaalde voedingsmiddelen. Om uitspraken te doen over veroorzakende agentia bij voedselinfecties en -vergiftigingen volstaat onderzoek van de verdachte voedingsmiddelen niet. Een combinatie met epidemiologisch onderzoek is hiervoor een vereiste en koppeling met de resultaten van epidemiologisch onderzoek is dan ook ook van groot belang, zeker bij explosies waarbij 15 of meer ziektegevallen zijn betrokken. Aanbevolen wordt om bij dergelijke omvangrijke explosies epidemiologisch onderzoek uit te voeren in samenwerking met de regionale GGD en indien nodig het RIVM.

Abstract

In the Netherlands people with gastro-enteritis who suspect their illness to be caused by contaminated food can report this to the regional Food Inspection Service. Where possible, suspected foods are examined for causative agents. Data from the Food Inspection Services are collected and analysed at the National Institute of Public Health and Environmental Protection (RIVM) on a yearly basis. This report summarises the results of the period from 1991 tot 1994. In 1991, 1992 and 1993 data were received from 8 Food Inspection Services out of 13 and in 1994 from 11. From 5 Inspection Services data have been received every year. The total number of reported incidents was 2621, the total of affected persons was 7567. In 66 incidents (2.5%) the number of cases was 15 or more. A (possibly) causative agent has been found in 8.3% (218/2621) of the incidents. Bacillus cereus toxin (40/2621, 1.5%) and Salmonella (31/2621, 1.2%) were the most frequently found agents. The highest average number of cases (20.8) was found in incidents in institutions. Restaurants (1188/2621, 45.3%) and cafeterias (282/2621, 10.8%) were involved in more than half of the incidents. For the suspected foods as well as for the setting it is not registered whether there is evidence for the suspicion or not. Big differences existed between the Inspection Services in the number of reported incidents, the distribution of the number of cases per incident and the number of incidents in which a causative has been found. Causes of these differences have to be studied in order to come to a uniform way of registration. Items that are not included in the forms at this moment, like the agents for which a sample has been tested and whether there is evidence for the suspicion of foods or setting, can be included in the new forms. Microbiological investigation of suspected foods is not enough to determine the causative agent(s) in an outbreak. The combination with epidemiological research is indispensable and therefore in incidents with 15 or more cases epidemiological investigations are recommended in co-operation with Local Health Services and when necessary the RIVM.

Resterend

Grootte
0MB