Go to abstract

Samenvatting

De blootstelling van Nederlandse zuigelingen aan polybroomhoudende bifenylethers (PBDEs) via moedermelk is berekend. Dit is gedaan met behulp van gemeten concentraties PBDEs in moedermelk die in 1998 bij Nederlandse vrouwen verzameld is en met gegevens over de melkinname van zuigelingen, hun lichaamsgewicht en de duur van de borstvoedingsperiode. Hierbij werd een probabilistische benadering toegepast. Dat wil zeggen dat de distributie van de inname werd bepaald rekening houdend met de variabiliteit van de PBDE concentratie in moedermelk, de variabiliteit van de melkinname en die van het lichaamsgewicht van de zuigeling. De cumulatieve blootstelling (gemiddelde, standaard afwijking, minimum, maximum, 5 en 95 percentiel waarden) werd berekend voor 10 PBDEs en voor borstvoedingsperioden varierend van 8 dagen tot 1-9 maanden. De gemiddelde cumulatieve blootstelling van de som van de PBDEs (#17, #28, #47, #66, #85, #99, #100, #153, #154 en #183) bedroeg 2,9 mu g/kg lg (95e percentiel: 6,6 mu g/kg lg) voor een borstvoedingsperiode van 6 maanden en 3,8 mu g/kg lg (95e percentiel 8,6 mu g/kg lg) voor een periode van 9 maanden. De grootste bijdrage aan de blootstelling werd geleverd door BDE #47 ( bijdragen (elk congeneer van #17, #28, #66, #85 en # 154 waren slechts gering. Een eerdere studie naar de blootstelling van volwassenen aan gebromeerde vlamvertragers via de voeding heeft laten zien dat naast blootstelling aan PBDEs (3,2-3,5 ng/kg lg/dag voor de som van PBDEs), ook blootstelling aan hexabroomcyclododecaan (HBCD, 2,9 ng/kg lg/dag) optreedt. Gegeven deze inname en de chemische eigenschappen van HBCD mag verwacht worden dat HBCD in Nederlandse moedermelk aanwezig is. Hierdoor zal, naast blootstelling aan PBDEs, ook blootstelling van zuigelingen aan HBCD optreden. Het verdient daarom aanbeveling om de analytisch-chemische methoden voor broomhoudende vlamvertragers in moedermelk uit te breiden met een HBCD-bepaling. De gebromeerde vlamvertrager tetrabroombisphenol-A bevindt zich ook in voeding, maar zal naar verwachting niet accumuleren in de mens. Tenslotte moet worden opgemerkt dat de geschatte blootstelling van zuigelingen aan PBDEs uit moedermelk hoger is dan die van Nederlandse volwassenen uit voeding. Voor de in Nederland aanbevolen borstvoedingsperiode van 6 maanden is de gemiddelde dagelijkse blootstelling van zuigelingen aan de som van PBDEs ongeveer 6 keer hoger dan de geschatte blootstelling van volwassenen aan deze verbindingen via voedsel.

Abstract

As part of a national survey on the occurrence of persistent organic contaminants in breast milk, a group of brominated flame retardants (polybrominated diphenyl ethers or PBDEs) was measured in breast milk which had been collected in 1998 from Dutch primiparous women on day 6 to 10 after labour. Together with data on milk intake, body weight and the duration of breast feeding these data were taken as a starting point for the calculation of the exposure to PBDEs via breast milk. The cumulative exposure was calculated for 10 PBDE congeners and for breast feeding periods of 8 days and 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7.5 and 9 months. The mean, standard deviation, minimum, maximum, 5th and 95th percentile of these exposure doses were calculated. The mean cumulative exposure of the sum of the PBDEs was 2.9 mu g/kg bw (95th percentile 6.6 mu g/kg bw) for a breast feeding period of 6 months and 3.8 mu g/kg bw (95th percentile 8.6 mu g/kg bw) for a period of 9 months. BDE #47 contributed about 35 % to the total intake, while BDEs #153, #99, #183 en #100 contribute each. It appears that at 6 months the daily exposure of nursing infants to PBDEs via breast milk is about 6 times higher than the exposure of adults via food (the latter was calculated in an earlier study). In addition to the exposure to PBDEs, nursing infants are also expected to be exposed to the brominated flame retardant hexabromocyclododecane (HBCD). Consequently, measurements of HBCD in breast milk, followed by a risk assessment for nursing infants, is recommended.

Resterend

Grootte
329KB