Go to abstract

Samenvatting

In 2008 heeft de bijwerkingenbewaking van het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) 1290 meldingen ontvangen, een toename van 30 procent ten opzicht van 2007. De oorzaak van de toename is een groter aantal meldingen van lokale reacties na de herhalingsvaccinatie die kinderen op vier jarige leeftijd krijgen. Van alle meldingen werd 79 procent beoordeeld als bijwerking van een vaccinatie. Hiervan ging het in 49 procent om heftige verschijnselen, vooral zeer hoge koorts, langdurig huilen, collapsreacties, verkleurde benen, koortsstuipen en atypische aanvallen met rillerigheid, schrikschokken en gespannenheid of juist een heel slappe houding. Bij het overige deel van de meldingen (21 procent) waren de verschijnselen geen gevolg van een vaccinatie maar van een toevallige samenloop van gebeurtenissen. Dit blijkt uit de jaarlijkse rapportage van de bijwerkingenbewaking van het RVP in 2008. De ernstige infecties die zijn gerapporteerd hadden geen relatie met de vaccinaties, net als de meldingen van epilepsie en de gemelde levensbedreigende allergische reactie. Bij de drie meldingen van overleden kinderen zijn de vaccinaties daar niet de oorzaak van geweest. Elk jaar worden voor het RVP bijna 7 miljoen vaccincomponenten toegediend in de vorm van 1,4 miljoen prikken. Hoewel de bijwerkingen omstanders erg kunnen laten schrikken, zijn ze medisch gezien niet gevaarlijk. Ze zijn van voorbijgaande aard en leiden niet tot blijvende gevolgen. De grote gezondheidswinst die het RVP oplevert, weegt op tegen de bijwerkingen. Het RVP bestaat sinds 1957 en wordt sinds 1962 intensief bewaakt. Dat gebeurt in de vorm van een zogeheten spontaan meldsysteem, aangevuld met andere vormen van onderzoek naar bijwerkingen. Dit meldsysteem is een goed instrument om signalen over mogelijke bijwerkingen op te pikken. Het systeem is bovendien zodanig ingericht dat gegevens te achterhalen zijn, wat vervolgonderzoek mogelijk maakt. In Nederland is de meldgraad van vermoede bijwerkingen hoog, onder andere doordat consultatiebureaus in hoge mate bereid zijn om bijwerkingen door te geven. Heftige en zeldzame reacties worden in bijna alle gevallen gemeld.

Abstract

In 2008 the safety surveillance of the National Immunisation Programme of the Netherlands (RVP) received 1290 reports on adverse events following immunisation (AEFI). This is an increase of 30% compared with 2007, caused by more reports on local reactions following the DTP-IPV booster dose at four years of age. In 79% (1018) of the classifiable events a possible causal relation with vaccination was established. These concerned major adverse reactions in 49% and minor adverse reactions in 51% of the reports. Of the reported adverse events 21% (264) were considered chance occurrences.
This is the main conclusion of the report on the safety of the RVP in 2008. Reported severe infections, reports on epilepsy and anaphylactic shock had no causal relation with the vaccination. Furthermore, three reports on death were not caused or hastened by the vaccination.
Each year 1.4 million vaccinations are administered through the RVP. Although the reported adverse reactions can be very frightening, they reveal without sequelae. The benefit of the programme outweighs the reported adverse events.
AEFI in the RVP have been monitored through an enhanced passive surveillance system by the National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) since 1962. Signal detection of the system is good and the reporting rate is high, due to many reports, received mainly from Child Health Care professionals. There is only minor underreporting of rare, severe events. Name based reports enable follow up studies.

Resterend

Grootte
736KB