Go to abstract

Samenvatting

In het kader van de vernieuwing van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML) zijn per 1 april 2011 oude, uit 1992 daterende, meetopstellingen voor ozon vervangen door nieuwe. Onderdeel van deze vervanging vormt een vergelijking tussen de meetresultaten verkregen met de beide meetopstellingen. Deze is in 2009 en 2010 op 10 locaties uitgevoerd. Uit deze vergelijking blijkt dat met de nieuwe opstelling ca. 13% hogere meetwaarden worden verkregen. Het gevonden verschil zou grotendeels kunnen worden verklaard door keuze van de bij de kalibratie van de oude meetopstelling gebruikte methode (gas-fase titratie). In 1991 is vastgesteld dat bij kalibratie m.b.v. gas-fase titratie een correctie van de meetwaarden diende te worden uitgevoerd door vermenigvuldiging met 0,91. Echter, bovenstaande bevindingen zijn mogelijk slechts representatief voor de periode waarin, de locaties waar en de opstellingen waarmee de vergelijkingen hebben plaatsgevonden. Op basis van nader onderzoek is vastgesteld dat een eventueel verloop in de oude meetopstellingen geen verklaring vormt voor de gevonden verschillen. Wel is op basis van literatuuronderzoek bevestigd dat inderdaad een verschil bestaat in resultaten verkregen bij kalibratie m.b.v. gas-fase titratie en UV-fotometrie. Onderzoek van het BIPM uit 2006 toont aan dat de verhouding tussen de resultaten 0,97 bedraagt. Recent inzicht heeft derhalve geleerd dat de destijds gehanteerde factor voor correctie van resultaten van kalibraties verricht m.b.v. gas-fase titratie en UVfotometrie heeft geleid tot een onderschatting van de gemeten ozonconcentraties. Op basis hiervan is besloten de meetgegevens voor ozon van het LML uit de periode 1992 t/m 2010 te corrigeren door vermenigvuldiging met een factor 0,97 / 0,91.

Abstract

Within the frame of the renewal of the National Air Quality Monitoring Network old monitoring systems for ozone have been replaced with new ones as of April 1 2011. As a part of this replacement a comparison has been conducted between both systems. In 2009-2010 parallel measurements have been performed with both systems at 10 locations. The results of this comparison show that at 9 out of 10 locations the ozone concentrations measured using the new systems are on average about 13% higher that those measured using the old systems. The differences could largely be explained from the choice of the calibration procedure used for the old systems (gas-phase titration). In 1991 it has been established that when using gas-phase titration, the measurement results for ozone needed to be corrected by multiplicatio0n with a factor of 0,91. However, these findings may possibly only be representative for the period in which, the locations where and the systems with which the comparisons have been performed. Further investigations have established that degrading performances of the ozone monitoring systems are not the cause of the differences found. However, a literature search has learned that indeed differences exist between results of calibrations performed using gas-phase titration and UV-photometry. BIPM in 2006 established the ratio between results obtained using the two methods to be 0,97. Accordingly, recent understanding of calibration of ozone monitors has learned that the application of the correction established in 1991 has led to an underestimation of the measured ozone concentrations. Based on these findings it has been decided to apply a back-correction to all results established from 1992 up to and including 2010 by multiplication with a factor of 0,97 / 0,91.

Resterend

Grootte
1.56MB