Go to abstract

Samenvatting

Dit rapport beschrijft, voor een geselecteerde groep ziekteverwekkers waarbij voedsel in meer of mindere mate een rol speelt in de epidemiologie, een aantal aspecten van de huidige kiemsurveillance, oftewel ziektesurveillance door middel van typering van pathogenen, in Nederland. Bij de selectie van de virale, bacteriële en parasitaire ziekteverwekkers is rekening gehouden met ziektelast en kosten. De verschillende aspecten van de kiemsurveillance zijn per pathogeen beschreven in afzonderlijke hoofdstukken waarbij elk hoofdstuk is afgesloten met de lacunes in de huidige kiemsurveillance, het nut van typering voor besluitvorming in relatie tot de voedselveiligheid en een aantal conclusies. Dit rapport is mede gebaseerd op het eerder verschenen rapport Surveillance van pathogenen in Nederland: Detailkarakterisering van pathogenen die relevant zijn voor de openbare gezondheidszorg (1). Een aantal van de pathogenen is beschreven in beide rapporten. Voorafgaand aan de inhoudelijke hoofdstukken wordt in een afzonderlijk hoofdstuk achtergrondinformatie gegeven met betrekking tot de toepassingsgebieden van kiemsurveillance voor de voedselveiligheid en een korte beschrijving van de meest gebruikte moleculaire typeringstechnieken en aanwezige (inter-)nationale databanken. Het rapport wordt vervolgens afgesloten met een samenvatting van de conclusies zoals getrokken in de verschillende afzonderlijke inhoudelijke hoofdstukken met aansluitend een algemene conclusie en aanbevelingen.De belangrijkste bevindingen uit het rapport met betrekking tot virussen is dat de bestaande surveillance van norovirus en hepatitis A-virus aanzienlijk bijgedragen aan de gedetailleerde beschrijving van de verspreiding van deze virussen, ook via voedsel. Voor een verbeterde bronopsporing is het wenselijk de kiemsurveillance te richten, vooral internationaal, op een groter genoom fragment dan momenteel wordt gehanteerd. Verder dat moleculaire typering op bredere schaal zou kunnen bijdragen aan de opheldering van de omvang van de rol van voedsel in de transmissie van enterovirussen, rotavirussen en hepatitis E-virus. Voor de verspreiding van sommige geselecteerd bacteriële ziekteverwekkers is de rol van voedsel niet altijd duidelijk, zoals voor Methicilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA), Clostridium difficile en Coxiella. Met betrekking tot Coxiella is het verder de vraag of (moleculaire) typering een belangrijke rol zal gaan spelen bij besluitvorming met betrekking tot voedselveiligheid. Een brede surveillance (voor onder andere Salmonella en Campylobacter), waarbij ook veterinaire, voedsel en omgevingsbronnen worden betrokken blijft noodzakelijk voor het epidemiologisch, transmissieonderzoek en attributieanalysis. De waarde van de huidige surveillance heeft zich al bewezen voor STEC. Voor Listeria zou moleculaire typering, zoals MLST (Multilocus Sequence Typing), de kiemsurveillance in velerlei opzicht kunnen verbeteren. Om sneller te kunnen ingrijpen in de voedselproductieketens is het wenselijk te kunnen beschikken over niet-kweekafhankelijke moleculaire detectiemethoden. Er vindt geen kiemsurveillance plaats voor de parasieten Giardia intestinalis en Cryptosporidium parvum. Voor alle parasieten is het gewenst humane en veterinaire typerinsgegevens te kunnen integreren omdat deze parasieten allemaal zoönotisch van aard zijn. Binnen het RIVM wordt gewerkt aan een typeringsmethode voor Giardia, Cryptosporidium, Echinococcus en Toxoplasma gondii ter ondersteuning van het attributieonderzoek.

Abstract

In this report the detailed surveillance (molecular typing) of food borne viruses, bacteria and parasites that present the greatest burden of disease and economic costs in the Netherlands are presented in separate chapters in a standardized way. Each chapter ends with a description of the shortcomings in the surveillance in place, the benefit of (molecular) typing in policymaking decisions concerning food safety and some conclusions. For part, this report is based on a previously published report by Boot (2006) entitled: Surveillance van pathogenen in Nederland: Detailkarakterisering van pathogenen die relevant zijn voor de openbare gezondheidszorg (1). Some pathogens are discussed in both reports. The report starts with a description of the various fields of application of detailed surveillance, the most used molecular typing methods and the available databases and infrastructures both at the national and international level. This report ends with a summary of the conclusions drawn in the various chapters and subsequently with a general conclusion and recommendations.

Some key findings: - For norovirus and hepatitis A-virus the role of food in their transmission is obvious. The use of longer sequences will faciltate the tracing of a common food source. - Molecular typing on a broader scale would make it feasible to determine the exact role of food in the transmission of enterovirus, rotavirus and hepatitis E-virus. - The role of food in the transmission of Methicilline resistente Staphylococcus aureus) (MRSA), Clostridium difficile and Coxiella is unclear. Furthermore, for Coxiella, it is doubtful whether (molecular) typing will be useful in food safety decision making. - Comprehensive surveillance that includes veterinary, food and environmental sources will be necessary for epidemiological, transmission and attribution studies. - Surveillance proved its benefit for STEC. For Listeria, molecular typing techniques, like Multilocus Sequence Typing (MLST), would improve the current surveillance significantly. - The introduction of non-culture based molecular techniques would facilitate earlier interventions in food production. - No surveillance is in place for Giardia intestinalis and Cryptosporidium. Integration of human and veterinary monitoring data is, due to the zoonotic aspect, needed for all parasites. Typing methods for Cryptosporidium, Echinococcus and Toxoplasma gondii are under development.

Resterend

Grootte
1.09MB