Go to abstract

Samenvatting

Sinds 2005 hanteert de Nederlandse overheid uit voorzorg bij bovengrondse hoogspanningslijnen een berekende magneetveldzone. Ze adviseert om ervoor te zorgen dat in nieuwe situaties binnen deze zone zo weinig mogelijk woningen, scholen, crèches en kinderdagopvangplaatsen komen te liggen. Uit een validatieonderzoek van het RIVM blijkt dat de resultaten van het rekenmodel waarmee de magneetveldzone wordt bepaald, overeenkomen met resultaten op basis van metingen. Het rekenvoorschrift is daarom goed te gebruiken om te bepalen waar de zonegrens ligt. De magneetveldzone voor bovengrondse hoogspanningslijnen is het gebied nabij een hoogspanningslijn waarin het magneetveld gemiddeld over een jaar, nu en in de toekomst, sterker kan zijn dan 0,4 microtesla, de maat voor de sterkte van het magneetveld. Vanwege de onzekerheden die met berekeningen gepaard gaan, accepteert het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) in de praktijk een afwijking van maximaal 5 meter in de ligging van de zonegrens. De onzekerheden die in het validatieonderzoek in Maartensdijk zijn geconstateerd, vallen binnen deze marge. Aanleiding voor dit onderzoek waren twijfels over de kwaliteit van de berekeningen bij sommige mensen die veronderstellen dat metingen betrouwbaarder zijn dan berekeningen ('meten is weten'). Metingen kennen echter ook onzekerheden. Bovendien hebben berekeningen als voordeel dat kan worden uitgegaan van de maximale stroom die in de aangereikte rekenwijze voor de magneetveldzone is vastgelegd. Op die manier is rekening gehouden met de toenemende hoeveelheid stroom in de toekomst. De metingen kunnen uiteraard alleen worden uitgevoerd bij de - doorgaans lagere - huidige stroom. Voor het validatieonderzoek is gedurende 24 uur het magnetisch veld gemeten in de buurt van een hoogspanningslijn in Maartensdijk. In dit rapport staan de meetprocedure, analyse en resultaten beschreven. Het onderzoek is in opdracht van het ministerie van IenM uitgevoerd.

Abstract

Since 2005 the Dutch government uses near overhead power lines, by way of precaution, a calculated magnetic field zone. She advices to take care that in new situations, within this zone as few as possible dwellings, schools, crèches, and day care facilities are situated. From a validation study by RIVM it becomes clear that the results of a model used to determine the magnetic field zone agree with the results from measurements. Therefore, the calculation instructions are well applicable to determine the location of the zone limit.

The magnetic field zone for overhead power lines is the strip of land at both sides of the power line where, now and in the future, the yearly averaged magnetic field can be stronger than 0.4 microtesla, which is the unit for the magnetic field strength. Due to uncertainties in the calculations, the ministry of Infrastructure and the Environment accepts in practice a deviation of 5 meter at the most, in the location of the zone limit. The uncertainties found in the validation study in 'Maartensdijk' are within this margin.

The cause for this study has been the doubts on the quality of calculations by some people who suppose that measurements are more reliable than calculations ('meten is weten'). However, measurements also have uncertainties. Moreover, the advantage of calculations is that one can use the maximum electrical current through the line which is laid down in the calculation instructions. In this way it is taken into account that the current increases in the future. The measurements, of course, can only be performed at the - usually lower - present current.

For the validation study 24 hours measurements of the magnetic fields have been performed near an overhead power line in 'Maartensdijk'. In this report the measurement procedure, the analyses and the results are described. The study is commissioned by the ministry of Infrastructure and the Environment

Resterend

Grootte
0MB