Go to abstract

Samenvatting

Op 27 augustus 2015 heeft 's nachts bij de uraniumverrijkingsfabriek Urenco een incident plaatsgevonden met een koolfilter. Daardoor is via de dakventilatie uranium in de buitenlucht vrijgekomen. Het is niet aannemelijk dat de besmetting buiten het Urenco-terrein is gekomen. Daarom zijn omwonenden ook niet blootgesteld aan de besmetting en levert deze geen extra risico voor de gezondheid van de omwonenden. Urenco heeft in de daaropvolgende uren metingen uitgevoerd op het dak en in het ventilatiesysteem van de fabriek. Het RIVM heeft deze metingen geverifieerd en zelf aanvullende metingen verricht. De resultaten daarvan komen redelijk tot goed overeen. Zowel het RIVM als Urenco heeft vervolgens de uitstoot geschat, en ook deze bevindingen stemmen met elkaar overeen. Er zijn verschillende scenario's voor het verloop van het incident onderzocht. Die geven schattingen voor hoeveel uranium er kan zijn vrijgekomen, uiteenlopend van minimaal 0,4 tot maximaal 40 gram uranium, met 6 gram als meest waarschijnlijke waarde. Als in de worst case-situatie daadwerkelijk de maximale schatting van 40 gram zou zijn vrijgekomen, dan zou dat 1,5 procent van de vergunde jaarlimiet betekenen. In werkelijkheid zal het minder zijn geweest. De zuidwestenwind tijdens het incident heeft de lozing precies in de lengterichting van het dak vervoerd. Door het incident met het koolfilter kan de uraniumactiviteit aan fijne kooldeeltjes zijn gebonden, of zich als een soort nevel hebben verspreid. In beide gevallen is de radioactiviteit stofgebonden en zal die snel neerslaan, in dit geval op het dak. Ongeveer tien meter vanaf de ventilatiepijp is geen enkele radioactiviteit meer aangetroffen op het dak. Zeer waarschijnlijk zijn de uraniumdeeltjes niet verder gekomen dan deze tien meter.

Abstract

On August 27th, 2015, an incident with a carbon filter took place at night at the Urenco uranium enrichment plant (Almelo, The Netherlands). This resulted in a discharge of uranium via the ventilation system. It is unlikely that any contamination ended up off-site. Therefore, people living close to the site have not been exposed to the contamination, and their health has not been at risk because of this incident.

In the hours following the incident, Urenco have carried out measurements on the roof and in the ventilation system of the plant. RIVM have verified these measurements and performed additional measurements. The results agreed reasonably well. Next, both RIVM and Urenco have estimated the emissions, and again the findings were in agreement with each other.

Various scenarios for the course of the incident have been investigated. These resulted in estimates for the amount of uranium discharged, ranging from a minimum of 0,4 to a maximum of 40 grammes of uranium, with 6 grammes being the most likely value. In case that Urenco would have emitted the maximum, worst case estimate of 40 grammes, this would mean 1.5 % of the annually permitted amount. In reality, the emission must have been lower.

Due to the south-west wind during the incident, the ventilation air discharge was carried exactly along the length of the roof. As a result of the carbon filter incident, the uranium activity was discharged either adsorbed to small carbon particles or as a kind of haze. In both cases, the radioactivity is dust-bound and will be deposited quickly, in this case on the roof. At about ten metres downwind from the ventilation exit, no radioactivity could be found any more. Most likely, the uranium particles did not travel further than these ten metres.

Resterend

Grootte
1.05MB