Voor het maken van een afweging van gezondheidswinst en gezondheidsrisico is het noodzakelijk dat er voldoende wetenschappelijk bewijs is voor de mee te wegen gezondheidseffecten.

De evaluatie van de bewijslast verschilt per wetenschapsgebied. De evaluatie wordt bemoeilijkt door het feit dat aan de ene kant de aanwezigheid van gezondheidswinst aangetoond moet worden en aan de andere kant de afwezigheid van gezondheidsrisico.

Gunstige gezondheidseffecten
Ongunstige gezondheidseffecten
Rol van onderzoekers

Gunstige gezondheidseffecten

Gezondheidswinst wordt veelal gemeten als een verlaging van de kans op gezondheidsverlies. Dit gebeurt in zogenaamde observationele studies en soms in interventiestudies. De relatie met een voedingsmiddel of –component moet overtuigend of heel aannemelijk aangetoond zijn, bij mensen. Daarvoor worden criteria gehanteerd zoals beschreven door de WHO World Health Organization (World Health Organization)1 of het WCRF en AICR World Cancer Research Fund en Association for International Cancer Research (World Cancer Research Fund en Association for International Cancer Research)2. Het aantonen van gezondheidswinst, zowel uitstel of afstel van ziekte als een acute verbetering in functie of welbevinden, heeft recent meer aandacht gekregen door het in werking treden van de claimsverordening, uitgevoerd door de EFSA Europese Voedselveiligheidsautoriteit (Europese Voedselveiligheidsautoriteit).

Terug

Ongunstige gezondheidseffecten

Bij de evaluatie van het gezondheidsrisico komt de informatie over mogelijk schadelijk effecten en de dosering waarbij deze effecten optreden vaak uit dierstudies. Op grond van deze studies wordt ingeschat tot welke hoeveelheid de stof gedurende het leven dagelijks oraal kan worden opgenomen zonder schadelijke gevolgen voor de gezondheid (de ADI). Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de dosis die tot het meest gevoelige effect leidt en een veiligheidsmarge op deze dosis. Hierdoor is vaak niet precies duidelijk welke effecten bij mensen zouden optreden bij hoge doses, maar kan wel redelijkerwijs worden verondersteld dat er bij de doses die mensen consumeren geen gezondheidsrisico’s optreden. In sommige gevallen is ook informatie over gezondheidsrisico’s beschikbaar uit studies in mensen.

Terug

Rol van onderzoekers

In het algemeen geldt dat onderzoekers veel (meer) aandacht moeten besteden aan het presenteren van hun gegevens. Het is erg belangrijk in benefit-riskbeoordeling om te weten dat bepaalde blootstellingen en bepaalde gezondheidseffecten bij elkaar horen (dosis-respons informatie, zie bij kwantitatieve karakterisering).

Terug

 

1 WHO, 2003. Diet, nutrition and the prevention of chronic diseases: report of a joint WHO/FAO World Health Organization/Food and Agriculture organization (World Health Organization/Food and Agriculture organization) expert consultation. WHO, Geneva. Chapter 5: Population nutrient intake goals for preventing diet-related chronic diseases. 5.1.2 Strength of evidence.

2 WCRF/AICR, 2007. Food, Nutrition, Physical Activity, and the Prevention of Cancer: a Global Perspective. AICR, Washington DC, p. Chapter 3: Judging the evidence.