In het bevolkingsonderzoek borstkanker worden van iedere borst twee röntgenfoto’s gemaakt. Radiologen beoordelen de borstfoto’s. Radiologen zijn artsen die speciaal zijn opgeleid om afwijkingen op röntgenfoto’s te ontdekken. Hieronder wordt uitgelegd waar de radiologen op letten en welke afwijkingen zij kunnen zien. 

Hoe gaat de beoordeling?

Het beoordelen van de foto’s moet zorgvuldig gebeuren. Om de kans op fouten zo klein mogelijk te maken, krijgen radiologen een speciale opleiding. Elke röntgenfoto wordt door twee radiologen beoordeeld. Zij beoordelen ieder voor zich. Soms vragen de twee radiologen een derde radioloog om advies. Dit gebeurt als de twee radiologen het niet met elkaar eens zijn over de uitslag.

Heeft u eerder meegedaan met het bevolkingsonderzoek? Dan vergelijken de radiologen de nieuwe foto’s met de foto’s van uw vorige onderzoek(en). Zo kunnen ze zien of er verschillen zijn. Dat kan helpen om afwijkingen vroeg te ontdekken. Het is belangrijk om te weten dat geen enkele borstfoto precies hetzelfde is als de vorige foto. Laboranten die de borstfoto’s maken worden opgeleid om zo vergelijkbaar mogelijke foto’s te maken. Maar omdat de borst flexibel is, is het moeilijk om de borst op precies dezelfde manier te fotograferen.

Welke beoordelingen zijn mogelijk?

De beoordelingen van de radiologen leiden tot de uitslag die in uw brief staat. De mogelijke uitslagen vindt u op de pagina Uitslag mammografie | RIVM.

De volgende situaties kunnen gebeuren: 

1. Radioloog 1 ziet dat het niet nodig is om de deelnemer te verwijzen. Radioloog 2 ziet ook dat het niet nodig is om de deelnemer te verwijzen.

Ze zijn het dus met elkaar eens. De deelnemer krijgt de uitslag: geen afwijkingen gevonden.

radioloog 1

Illustratie: radioloog 1 met duim omhoog, alles is goed, patient niet verwijzen voor verder onderzoek.

radioloog 2

Illustratie: radioloog 2 met duim omhoog, alles is goed, patient niet verwijzen voor verder onderzoek.

2. Radioloog 1 wil de deelnemer verwijzen. Radioloog 2 wil de deelnemer ook verwijzen.

Ze zijn het dus met elkaar eens. De deelnemer krijgt de uitslag: er is een afwijking gezien, er is verder onderzoek nodig.

radioloog 1: verwijzen

Illustratie radioloog 1 met duim omlaag, iets gevonden. patient verwijzen voor verder onderzoek

Radioloog 2: verwijzen

Illustratie: radioloog 2 met duim omlaag, iets gevonden. patient verwijzen voor verder onderzoek.

3. De ene radioloog vindt het nodig om de deelnemer te verwijzen. De andere radioloog vindt het niet nodig om de deelnemer te verwijzen.

De radiologen zijn het dus niet met elkaar eens.

Radioloog 1: niet verwijzen

Illustratie: radioloog 1 met duim omhoog, alles is goed, patient niet verwijzen voor verder onderzoek.

Radioloog 2: verwijzen

Illustratie: radioloog 2 met duim omlaag, iets gevonden. patient verwijzen voor verder onderzoek.

Radioloog 1 of radioloog 2 kijkt opnieuw naar de foto’s. Er zijn dan twee opties: 

  • De radioloog heeft als conclusie: verwijzen is nodig. De deelnemer krijgt de uitslag: er is een afwijking gevonden, verder onderzoek is nodig. 
  • De radioloog heeft als conclusie: verwijzen is niet nodig. In dat geval komt er een nieuwe, derde radioloog bij die de borstfoto’s ook beoordeelt. Radioloog 3 beoordeelt of verwijzing nodig is of niet. De deelnemer krijgt de uitslag die radioloog 3 geeft.
Illustratie: radioloog 3 beoordeelt de foto.

Waar let de radioloog op?

Bij het bekijken van de foto’s kijken de radiologen of er aanwijzingen zijn voor borstkanker. 
De radioloog let op 4 verschillende aanwijzingen:

  1. Massa. Dit is een vlekje dat op allebei de foto’s van de borst te zien is.
  2. Verkalkingen. Dit zijn kleine stipjes (kalkspatjes) in het borstweefsel.
  3. Asymmetrie. Het klierweefsel in de borst verschilt tussen de linker- en rechterborst.
  4. Architectuurverstoring. Hierbij heeft het weefsel in één borst een andere structuur dan in de andere borst.

Wat zijn voorbeelden van afwijkingen op de foto’s?

Het komt heel vaak voor dat er afwijkingen op de foto’s te zien zijn. Heel vaak  zien de radiologen dat er geen kanker is. De deelnemer wordt dan niet doorgestuurd naar het ziekenhuis.
Hieronder staan voorbeelden van afwijkingen waarbij de radiologen zien dat het geen kanker is.

  • Voorbeelden van een goedaardige massa:
    • het vlekje op de foto heeft rondom een scherpe grens en is grijs in plaats van wit. Zeker als er ook nog meer van dit soort vlekjes zijn, dan zijn het goedaardige vochtblaasjes (ook wel cysten genoemd);
    • het vlekje is ook al zichtbaar op oudere foto’s en is niet groter geworden;
    • het vlekje wordt veroorzaakt door een wratje of moedervlek op de huid van de borst.
       
  • Voorbeelden van goedaardige verkalkingen:
    • de vorm van de kalkspatjes en de verdeling over de borst(en) zijn geen aanwijzingen voor borstkanker;
    • de kalkspatjes zijn hetzelfde als op eerdere foto’s.
       
  • Voorbeelden van een goedaardige ongelijkheid (asymmetrie):
    • de asymmetrie is maar op één van de twee röntgenfoto’s van de borst zichtbaar en op de andere foto zijn op dezelfde plaats in de borst geen bijzonderheden te zien;
    • het hele klierweefsel van één borst ziet er anders uit dan het klierweefsel van de andere borst, maar zonder verdachte plekken. Dit is bij sommige deelnemers van nature het geval. Het kan ook gebeuren als deelnemers ouder worden, waarbij het klierweefsel in de ene borst wat meer afneemt dan in de andere borst.
       
  • Voorbeelden van een goedaardige architectuurverstoring:
    • een eerdere operatie of een borstontsteking in het verleden kan de vorm van het kliefweefsel veranderen;
    • soms is de borst net iets anders gefotografeerd dan op andere foto’s. Er lijkt dan een architectuurverstoring te zijn maar dat is het niet.

Wat gebeurt er als de radiologen het niet zeker weten?

Soms kunnen de radiologen niet goed zien of er iets anders is dan normaal. De medische term voor deze uitslag is BI-RADS Breast Imaging Reporting and Data System (Breast Imaging Reporting and Data System) 0. De radiologen sturen een deelnemer dan door naar het ziekenhuis voor extra onderzoek. Het onderzoek kan bijvoorbeeld bestaan uit een extra röntgenfoto of een echografie. Van elke 10 deelnemers met deze uitslag die zich verder laten onderzoeken, hebben 9 mensen geen borstkanker.