Het RIVM heeft een verkenning verricht van informatie over de samenstelling van isolatiematerialen en welke stoffen eruit kunnen vrijkomen en die in openbare literatuur beschikbaar is. Hierover blijkt weinig bekend te zijn. Het is daarom niet mogelijk te bepalen in welke mate mensen die ermee werken eraan blootgesteld worden, en of er sprake is van een risico voor hun gezondheid. Hetzelfde geldt voor bewoners van gebouwen waarin het wordt gebruikt.

Vragen en antwoorden over isolatiematerialen en gezondheid.

1. Welke gezondheidsklachten worden gemeld door bewoners nadat hun huis is geïsoleerd?

Gezondheidsklachten na het isoleren van woningen worden niet gestructureerd bijgehouden.

In de periode 2011-2013 kreeg de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) meldingen van mensen die aangaven gezondheidsklachten te hebben nadat in hun woning PUR polyurethaan (polyurethaan)-vloerisolatie was aangebracht. De bewoners gaven aan dat ze onder andere last hadden van kortademigheid, hoesten, geurhinder, hoofdpijn, geïrriteerde ogen en huidklachten.

De ervaring van de GGD is dat mensen soms klachten rapporteren nadat zij ook andere isolatiematerialen dan gespoten PUR-schuim hadden aangebracht in hun huis. Hoofdpijn, vermoeidheid, geurhinder en geïrriteerde luchtwegen of andere luchtwegklachten, bijvoorbeeld kortademigheid worden dan in relatie gebracht met de isolatiematerialen. Deze klachten kunnen ook het gevolg zijn van slechte ventilatie van de woning.

2. Hoe kan ik gezondheidsklachten door isolatie voorkomen?

Volg altijd de gebruiksvoorschriften van het product en tref de voorgeschreven beschermende maatregelen bij het aanbrengen van een isolatiemateriaal. Direct na het aanbrengen kunt u de woning goed luchten, door ramen en deuren tegenover elkaar open te zetten. Stof of damp die mogelijk is vrijgekomen bij het isoleren wordt dan afgevoerd naar buiten.

Na isolatie van uw woning (of gebouw) is het belangrijk goed te blijven ventileren. In goed geïsoleerde gebouwen is nauwelijks nog sprake van ventilatie door spleten en kieren. Bewoners of gebruikers van het gebouw moeten, om te voorkomen dat stoffen en vocht zich ophopen, ventileren. Als dit niet gebeurt neemt de kwaliteit van het binnenmilieu af. Dit kan leiden tot gezondheidseffecten, zoals irritatie van de slijmvliezen, hoofdpijn of geurhinder.

3. Waarom doet het RIVM geen uitspraak over de gezondheidsrisico's van verschillende isolatiematerialen?

Er is onvoldoende informatie beschikbaar in de openbare (wetenschappelijke) literatuur om voor de verschillende soorten isolatiematerialen een betrouwbare beoordeling van de gezondheidsrisico’s te kunnen maken.

4. Waarom is alleen gebruik gemaakt van informatie uit de openbare literatuur/ vrij toegankelijke informatie?

Het onderzoek had een verkennend karakter. De informatie over isolatiematerialen is voor consumenten slecht toegankelijk. Het is moeilijk vindbaar en lastig op waarde te schatten. Het doel van het onderzoek was om deze informatie op te zoeken en overzichtelijk samen te vatten. Het verzamelen en beoordelen van de informatie van producenten van isolatiematerialen paste daarom niet binnen de opdracht van het RIVM om een verkennende literatuurstudie uit te voeren.

5. Zal er vervolgonderzoek worden uitgevoerd (door het RIVM of anderen) om  de kennis over mogelijke gezondheidseffecten van isolatiematerialen aan te vullen?

Het RIVM heeft geen opdracht gekregen om verder onderzoek uit te voeren. In een workshop die eind 2015 met belanghebbenden is gehouden, zijn door de deelnemers aan de workshop wel aanbevelingen gedaan voor vervolgacties. Deze zijn gericht op het beter informeren van werknemers en consumenten, onder andere door het combineren van gebruiksinstructies en betere etikettering, inclusief het beschikbaar maken van deze informatie via verschillende kanalen, zoals websites. In het rapport staan de acties beschreven.

6. Welke materialen kan ik het beste gebruiken om mijn huis te isoleren?

Ieder isolatiemateriaal heeft zijn eigen karakteristieken. De keuze welk materiaal het beste kan worden toegepast hangt af van de situatie ter plekke en van het te isoleren onderdeel van het huis. Bijvoorbeeld een vloer, muur of dak. Er zijn verschillende aspecten waarop een keuze gebaseerd kan worden, bijvoorbeeld prijs, isolatiewaarde, gezondheid en of u het materiaal zelf kan plaatsen of moet uitbesteden aan een (gecertificeerd) installatiebedrijf. Om een geïnformeerde keuze te maken, kunt u advies inwinnen bij bijvoorbeeld vereniging eigen huis.

7. Hoe ventileer ik mijn huis voldoende?

Maak gebruik van de bestaande ventilatievoorzieningen in uw huis. Ook als u geen mechanische ventilatie heeft is ventileren mogelijk, bijvoorbeeld via roosters in de ramen. Op www.milieucentraal.nl vindt u informatie over ventileren.

8. Hoe sluit het ventilatieadvies aan bij het advies om mijn huis goed te isoleren?

Er wordt geadviseerd om tijdens het aanbrengen van het isolatiemateriaal extra te ventileren, bijvoorbeeld door ramen en deuren te openen. Dit is dus gedurende een relatief korte tijd. Na het aanbrengen van het isolatiemateriaal is het advies om continu te ventileren. Ventilatie kost wel wat energie, omdat de koude lucht die binnen komt moet worden opgewarmd. Dit is geen verspilling, want schone lucht is hard nodig voor je gezondheid (bron: Milieu Centraal).

9. Moeten isolatiematerialen veilig zijn voordat ze op de markt worden toegelaten?

Ja, volgens Europese regelgeving (Construction Products Regulation (EU Europese Unie (Europese Unie)) No. 305/2011) moeten bouwmaterialen veilig zijn. Producenten moeten bij hun product een document leveren waaruit blijkt dat de stoffen die vrijkomen uit het product geen effecten hebben op gezondheid. Verder moeten fabrikanten en importeurs van chemicaliën aantonen dat een chemische stof in iedere levensfase van een product veilig is (REACH Registration, Evaluation, Authorisation and restriction of Chemicals (Registration, Evaluation, Authorisation and restriction of Chemicals)). In beide verordeningen bestaat echter een zekere vrijheid ten aanzien van de te hanteren testmethoden, waardoor er geen garantie is te geven dat emissies van een product onder realistische omstandigheden geen effect op de gezondheid hebben.