Myocardonderzoek levert de grootste bijdrage aan de gemiddelde effectieve dosis.

Van de nucleair geneeskundige onderzoeken levert het myocardonderzoek de grootste bijdrage aan de gemiddelde effectieve dosis per inwoner. Het met de frequentie gewogen gemiddelde voor myocardonderzoeken in 2009 is 7,1 mSv millisievert (millisievert). Dit is een daling ten opzichte van voorgaande jaren. Deze daling werd veroorzaakt doordat het totale aandeel onderzoeken uitgevoerd met Tc-99m technetium isotoop 99m (technetium isotoop 99m) was gestegen. Het gewogen gemiddelde voor de jaren tot en met 2007 is een combinatie van de effectieve dosis van 22 mSv voor onderzoeken met Tl-201 Thallium isotoop 201 (Thallium isotoop 201) en 7,8 mSv bij het gebruik van Tc-99m. Zowel in 2002, 2005 als 2007 is er van uitgegaan dat bij 50% van de onderzoeken Tc-99m sestamibi wordt gebruikt en bij de andere 50% tetrofosmine.

Bij het uitvragen van de gegevens over 2008 is ook naar het gebruik van radiofarmaca en de dosering per verrichting gevraagd. Op basis van deze nieuwe gegevens komt de gewogen gemiddelde effectieve dosis voor myocardonderzoeken op 7,1 mSv. Uit deze gegevens blijkt dat het gebruik van Technetium bij de myocard onderzoeken verder is toegenomen. Voor het redistributie onderzoek wordt in 90% van de gevallen gebruik gemaakt van een Technetium-preparaat. De gegevens van 2005 lieten destijds zien dat alle respondenten Tl-201 gebruikten voor dit onderzoek. Het aantal redistributie onderzoeken is sinds 2002 van ongeveer 30% afgenomen tot minder dan 1% in 2009.

Figuur 1: Het percentage rust-, inspanning- en redistributieonderzoeken van het myocard en de verdeling van het gebruik van Tc-99m en Tl-201 bij deze verschillende vormen van myocardonderzoek in 2005 (gearceerd) en 2008.

In de Jaarenquête Beeldvormende Diagnostiek (JBD Jaarenquête Beeldvormende Diagnostiek (Jaarenquête Beeldvormende Diagnostiek)) wordt gevraagd naar drie verschillende soorten myocardscintigrafie: (1) in rust, (2) bij inspanning en (3) bij inspanning met redistributie. In zowel 2002 als 2005 bestond ongeveer 35% van het totaal aan myocardonderzoeken in algemene ziekenhuizen uit rustonderzoeken. In 2007 is het percentage rustonderzoeken toegenomen tot 45% van het totaal aantal myocardonderzoeken, in 2009 is dit 38%. Het percentage inspanningsonderzoeken laat een stijging zien in de jaren 2002 tot 2009. Voor de myocardonderzoeken met redistributie is er een duidelijke afname van het percentage te zien. Het redistributie-onderzoek wordt volgens de respondenten van de enquête over 2005 in alle instellingen uitgevoerd met Tl-201-chloride (zie figuur 1). De effectieve dosis voor een onderzoek met Thalllium bedraagt ongeveer 22 mSv en dosis van een Technetium-99m onderzoek bedraagt ongeveer 4,3 mSv. De sterke afname van het aandeel redistributie-onderzoeken ten opzichte van 2002 heeft als consequentie ook een sterke daling van de gemiddelde effectieve dosis van het myocardonderzoek.

Tabel 1: Onderverdeling myocardonderzoeken in de loop der jaren.

 

2002

2005

2007

2008

2009

Myocardonderzoek in rust

35%

35%

45%

40%

38%

Myocardonderzoek  bij inspanning

35%

53%

56%

58%

61%

Myocardonderzoek met redistributie

30%

12%

0,45%

2,6%

0,005%