Overzicht van de belangrijkste informatiebronnen die de grondslag vormen voor de informatie op Medische Stralingstoepassingen.

Demonstratieproject Patientendosimetrie

Geleijns K, Teeuwisse W, Veldkamp W. Demonstratieproject patiëntendosimetrie radiologie. Eindverslag ZonMw Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie (Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie) project, september 2004

In 2001 is een door ZonMw gefinancierd project van start gegaan, met de titel "Nederlands demonstratieproject voor het vastleggen en evalueren van klinische blootstelling en technieken bij radiologische verrichtingen". Dit project, kortweg Demonstratieproject Patiëntendosimetrie radiologie, is uitgevoerd door het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC Leids Universitair Medisch Centrum (Leids Universitair Medisch Centrum)) en is in 2004 afgerond.
Het doel van het Demonstratieproject was om praktische patiëntendosimetrie in Nederland te bevorderen en te standaardiseren. Aan het project hebben 11 afdelingen radiologie meegewerkt. Aan de hand van dosimetrie protocollen hebben deze afdelingen voor verschillende typen radiologische verrichtingen dosismetingen uitgevoerd: hand/bucky technieken, mammografie, doorlichtingsopnamen en verschillende CT-onderzoeken. Voor 45 klinische indicaties is op deze manier de patiëntendosis bepaald.

Gegevensverzameling door de jaren heen

Tot en met het jaar 2005 werden gegevens over productie in algemene en categorale ziekenhuizen verzameld door middel van de Enquête Jaarcijfers Ziekenhuizen (EJZ Enquête Jaarcijfers Ziekenhuizen (Enquête Jaarcijfers Ziekenhuizen)). Deze enquête bevatte informatie over het aantal verrichtingen radiologie, CT, nucleair geneeskundige verrichtingen en radiotherpie behandelingen. Sinds 2001 werd als aanvulling op deze gegevens de Jaarenquête Beeldvormende diagnostiek (JBD Jaarenquête Beeldvormende Diagnostiek (Jaarenquête Beeldvormende Diagnostiek)) afgenomen. In de JBD werd meer in detail gevraagd naar verschillende verrichtingen op de afdelingen radiologie en nucleaire geneeskunde.

Voor de academische ziekenhuizen was er de Jaarenquête Academische Ziekenhuizen (JAZ Jaarenquête Academische Ziekenhuizen (Jaarenquête Academische Ziekenhuizen)) die werd afgenomen door Prismant. De JAZ bevatte soort gelijke vragen als de EJZ maar zonder de vragen met betrekking tot nucleaire geneeskunde. De academische ziekenhuizen leverden geen gegevens aan via de JBD. Enkele academische instelingen rapporteren het aatnal verrichtingen en doses via het jaarverslag stralingshygiëne.

Het ministerie van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) heeft in 2006 opdracht gegeven het inzamelen van de gegevens over medische stralingstoepassingen als een internetapplicatie op te nemen in het Jaardocument Maatschappelijke Jaarverantwoording Zorginstellingen ook wel Jaardocument Zorg (JDZ Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording Zorginstellingen (Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording Zorginstellingen)). Vanaf 2006 worden de benodigde gegevens voor het IMS Informatiesysteem Medische Stralingstoepassingen (Informatiesysteem Medische Stralingstoepassingen) verzameld via een internerapplicatie als bijlage bij het Jaardocument Zorg. Er wordt niet meer gebruik gemaakt van de enquêtes zoals hierboven genoemd.

Het verschijnen van het rapport Radiation protection No 154 'European Guidance on Estimating Population Doses from Medical X-ray röntgenonderzoek (röntgenonderzoek) Procedures' geeft aanleiding tot het aanpassen van de gegevensverzameling zoals deze tot en met 2007 heeft plaatsgevonden. Naast het jaarlijks vragen naar het aantal verrichtingen zullen met ingang van enquêtejaar 2008 ook dosisgegevens worden verzameld. In 2008 zijn gegevens verzameld over het nuclidegebruik en doseringen bij nucleaire geneeskunde. In 2010 is een pilot-studie gehouden onder 20 ziekenhuizen over patiëntendosis bij radiologische onderzoek. Gevolgd door een onderzoek in 2011 bij alle resterende ziekenhuizen.

Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording Zorg

Het verzamelen van gegevens over medische beeldvorming is vanaf 2006 als webapplicatie opgenomen in het Jaardocument Maatschappelijke Jaarverantwoording Zorg, ook wel Jaardocument Zorg. De enquête bevat vragen naar het aantal verrichtingen per CTG College Tarieven Gezondheidszorg (College Tarieven Gezondheidszorg)-code (verrichtingencode volgens College Tarieven Gezondheidszorg). Tevens zijn er vragen met betrekking tot de hoeveelheid aanwezige apparatuur. De webapplicatie wordt jaarlijks aangepast. Vanaf het enquêtejaar 2008 zijn ook dosisgegevens opgevraagd. Voor het enquetejaar 2008 zijn de standaarddosering en nuclidegebruik bij nucleaire verrichtingen opgenomen in de vragenlijst. Het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording Zorg wordt naar de erkende ziekenhuizen verstuurd. Dit betekent dat er fysiek gezien meer ziekenhuizen (locaties) zijn dan waarover, op basis van de enquêtes, gesproken wordt. Gezien het grote aantal fusies onder ziekenhuizen de laatste jaren is er een duidelijke afname van het het aantal erkende ziekenhuizen maar dit geldt niet voor het aantal locaties. In de enquêtes worden de totalen van de verrichtingen voor alle locaties van een erkend ziekenhuis ingevuld. Bij vragen hierover kunt u terecht op de website van het Jaardocument Maatschapplijke Veratnwoording zorg.

Jaarenquête Beeldvormende Diagnositek

De Jaarenquête Beeldvormende Diagnostiek (JBD) is ontwikkeld in aanvulling op de Enquête Jaarcijfers Ziekenhuizen (EJZ). De JBD richt zich met name op de verschillende beeldvormende technieken die in de ziekenhuizen worden gebruikt (Meeuwsen et al., 2002). De JBD werd, in samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ Nederlandse vereniging van ziekenhuizen (Nederlandse vereniging van ziekenhuizen)) en RIVM, door Prismant afgenomen bij alle algemene en categorale ziekenhuizen in Nederland. In 2001 zijn voor het eerst gegevens verzameld met de JBD. De verzamelde gegevens betreffen met name de aantallen verrichtingen bij radiologie en nucleaire geneeskunde. De verzameling van de frequenties gebeurde op basis van typen onderzoeken die vaak een verzameling van een verschillend aantal onderzoeken was. Bij nucleaire geneeskunde werd naast aantallen verrichtingen ook gevraagd naar het radionuclide dat wordt gebruikt. In 2005 is er voor het eerst ook gevraagd naar het aantal röntgentoestellen en het aantal CT-scanners in de ziekenhuizen.

Enquête Jaarcijfers Ziekenhuizen

Tot en met het jaar 2005 werd ieder jaar door Prismant in opdracht van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) een enquête afgenomen bij alle algemene en categorale ziekenhuizen, de Enquête Jaarcijfers Ziekenhuizen (EJZ). Met behulp van deze enquête werd met name informatie over de klinische productie en de capaciteit van de ziekenhuizen verzameld. Academische ziekenhuizen hadden een eigen, gelijksoortige enquête (Jaarenquête Academische Ziekenhuizen) die door Prismant wordt afgenomen in opdracht van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU Nederlandse federatie van universitair medische centra (Nederlandse federatie van universitair medische centra) voorheen VAZ Vereniging Academische Ziekenhuizen (Vereniging Academische Ziekenhuizen)). In het kader van artikel 22 over informatievoorziening uit de Wet Ziekenhuisvoorzieningen wordt een deel van de gegevens uit deze enquêtes doorgeleverd aan het Ministerie van VWS. Dat betreft onder andere de aantallen röntgen-, CT- en nucleair geneeskundige onderzoeken. Het totaal aantal verrichtingen dat in Nederlandse ziekenhuizen werd uitgevoerd is redelijk goed bekend vanwege de hoge respons op de EJZ. Ieder jaar echter ontbreken van een aantal ziekenhuizen de gegevens. Van deze ontbrekende aantallen moest een schatting worden gemaakt om een compleet beeld te verkrijgen. Daartoe is onderzocht welk kental dat jaarlijks voor alle ziekenhuizen bekend is het best correleert met de aantallen röntgen- en nucleair geneeskundige verrichtingen (Brugmans et al., 2001b). Daaruit bleek dat het jaarlijks aantal ziekenhuisopnames de beste schatter is voor het aantal verrichtingen. De totale aantallen verrichtingen in Nederland, zoals hier gepresenteerd, zijn dan ook verkregen door de ontbrekende gegevens te schatten op grond van het aantal ziekenhuisopnamen in dat jaar in het betreffende ziekenhuis.

Door wijziging in de vraagstelling die in de EJZ heeft plaatsgevonden ontbreken er van enkele jaren gegevens over aantallen verrichtingen. Omdat bijvoorbeeld voor 1999 en 2000 werd gevraagd naar het totaal aantal van röntgen-, CT-, en MRI magnetic resonance imaging (magnetic resonance imaging) - verrichtingen en niet naar het totaal per categorie, was het voor deze jaren niet mogelijk een overzicht van de totale aantallen te geven. 

Radiologie Informatiesysteem (RIS Radiologie Informatte systeem (Radiologie Informatte systeem))

Het Radiologie Informatie Systeem (RIS) is in 1985 opgericht door de Nederlandse Vereniging voor Radiologie (NVvR Nederlandse Vereniging voor Radiologie (Nederlandse Vereniging voor Radiologie)). Door middel van jaarlijkse enquêtes onder alle maatschappen radiologie worden gegevens verzameld over aantallen verrichtingen in conventionele radiologie, CT, mammascreening, PTA percutane transluminal angioplastiek (percutane transluminal angioplastiek)-procedures, echografie en MRI . Daarnaast worden gegevens geregistreerd over personele bezetting, werkbelasting, apparatuur en gegevens aangaande het ziekenhuis waarin de maatschap zich bevindt (Sanders et al., 2001).

Gegevens van zorgverzekeraars

Ziektekostendeclaraties verschaffen inzicht in de frequentie van medische stralingstoepassingen uitgaande van de blootgestelde groep. Daaruit kan bijvoorbeeld de leeftijds- en geslachtsverdeling van de patiënten voor de gedeclareerde verrichtingen worden bepaald. Voor een groot deel van de medische verrichtingen geldt dat ze bij ziektekostenverzekeraars worden gedeclareerd onder een CTG-verrichtingencode. Voor het IMS is aanbevolen eens in de drie à vier jaar, via een steekproef onder ziektekostenverzekeraars, declaratiefrequenties voor radiologie, nucleaire geneeskunde en radiotherapie te verwerven, uitgesplitst naar leeftijd en geslacht (Lembrechts et al., 2001). Naast inzicht in de samenstelling van de blootgestelde groep voor deze verrichtingen verschaft dit een controle van de verhouding van verschillende verrichtingen zoals verkregen uit ziekenhuisgegevens. De declaratiefrequenties zijn niet geschikt om totale aantallen verrichtingen in Nederland te schatten (Meeuwsen et al., 2002). De gegevens van de verzekerden zijn vanaf 2002 niet meer beschikbaar.
Door Vektis zijn voor 2000 gegevens van bijna 4 miljoen verzekerden aangeleverd, afkomstig van 7 verzekeringsmaatschappijen (Meeuwsen et al., 2002). Het betreft gegevens van 3.277.329 ziekenfonds-, en 671.699 particulier verzekerden. Voor de ziekenfondsverzekerden geldt dat dit ongeveer 32% van het totaal aan ziekenfondsverzekerden in Nederland in 2000 is. De groep particulier verzekerden is ongeveer 14% van het totale aantal. De declaraties zijn ingedeeld naar geslacht en in 19 leeftijdsklassen (0, 1-4, 5-9, 10-14, ..., 85-89, 90+) en zijn gebaseerd op de CTG-verrichtingencodes voor dat jaar. Vergelijking van relatieve declaratiefrequenties tussen ziekenfonds-, en particulier verzekerden laat marginale verschillen zien. Doorgaans worden daarom hier alleen gegevens van ziekenfondsverzekerden gepresenteerd. Voor een meer volledige beschrijving van de declaratiegegevens van ziekenfonds- en particulier verzekerden wordt verwezen naar Meeuwsen et al., 2002.

Tandheelkunde

Sinds 1995 bestaat het zogenaamde project Peilstations van de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (NMT Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde)). Binnen dit project worden periodiek onderzoeken verricht onder tandartsen die vrijwillig aan het project meewerken. Binnen het onderzoek 'tandheelkundige consumptie' worden gegevens verzameld over het aantal röntgenverrichtingen in de tandartspraktijk. In 2004 waren er ongeveer 1800 tandartsen die aan de onderzoeken meewerkten en zij worden de zogenaamde Peilstations genoemd. Door het op deze wijze verzamelen van gegevens is de NMT in staat de Nederlandse tandheelkundige zorg goed in kaart te brengen.
Voor de gegevens over het aantal röntgenverrichtingen binnen de extramurale tandheelkunde in het IMS is gebruik gemaakt van deze, door het NMT, op structurele wijze verzamelde gegevens.
Voor meer informatie over tandheelkunde in Nederland zie, http://www.tandartsennet.nl