English Abstract To identify and quantify the risks to the public health
from the BSE infective agent arising from the activities at the Rendac
Bergum rendering plant, a risk assessment study was performed. The flow of
infectivity entering the rendering plant was modelled using an event tree
approach. The model was evaluated using a probabilistic risk assessment
approach to reflect the uncertainties in the input parameters. For input of
fixed parameters, conservative values were used in order to present a worst
case scenario. Selected variables were defined as a distribution of values
and the result calculated many times using a Monte Carlo simulation tool.
In 2001, in the Netherlands, a total of 20 animals were tested positive for
BSE. It was assumed that all of these animals would have been processed at
the Rendac Bergum plant as part of the SRM processing, and that they had the
infectivity of a fully infected animal. The median value of the infectivity
entering the process was estimated to be 3,620 human oral ID50 units per
year, with a range from 36 to 408,000. It was estimated that 99% of the
infectivity entering the plant would be inactivated by the rendering
process. Of the remaining infectivity, most was found to end up in in the
Meat and Bone Meal (MBM) product: 9 human oral ID50 units per year. At the
current production level this would result in about 0.00008 human oral ID50
units per kg MBM. Currently all of this MBM was sent offsite for disposal
by incineration. Infectivity from the plant could enter the environment
through one of three routes, via sludge used in landfill or spread on the
land as fertiliser, waste water discharged to the canal, or as particles
released to the air. In all 3 cases the amounts of infectivity were found
to be very small and could not pose any significant risk to the public
health.
Rapport in het kort
Voor het vaststellen en kwantificeren van het
volksgezondheidsrisico van BSE infectiviteit voortkomende uit de
activiteiten van het destructiebedrijf Rendac Bergum, werd een "risk
assessment" onderzoek uitgevoerd. De stroom van infectiviteit die de
fabriek binnenkomt werd gemodelleerd door gebruik te maken van een
stroomdiagram. Het model werd geevalueerd door middel van een
waarschijnlijkheidsbenadering van de risico-schatting om een beeld te
krijgen van de onzekerheden in de ingevoerde parameters. De ingevoerde
vaste parameters zijn steeds gekozen met het oogmerk een worst case situatie
te beschrijven. De geselecteerde variabelen zijn gedefinieerd als een
verdeling, en het resultaat vele malen berekend door middel van Monte Carlo
simulatie. In 2001 zijn in Nederland in totaal 20 dieren positief getest
voor BSE. Aangenomen is dat al deze dieren verwerkt zouden zijn bij Rendac
Bergum als onderdeel van de SRM verwerking, en dat ze de infectiviteit
bevatten van een volledig geinfecteerd dier. De mediane waarde voor de
infectiviteit aan het begin van het proces werd bepaald op 3620 humane orale
ID50 eenheden per jaar, met een spreiding van 36 tot 408000. De inactivatie
door het destructie-proces werd bepaald op 99% van de totale infectiviteit.
Van de resterende infectiviteit kwam de grootste hoeveelheid terecht in het
eindproduct vlees- en beendermeel: 9 humane orale ID50 eenheden per jaar.
Bij de huidige productie resulteert dit in 0,00008 humane orale ID50
eenheden per kg vlees- en beendermeel. Al het vlees- en beendermeel wordt
naar elders getransporteerd voor verbranding. BSE infectiviteit afkomstig
van het destructiebedrijf kan via 3 routes in het milieu terechtkomen. Via
het effluent van de waterzuiveringsinstallatie dat wordt geloosd in het
Prinses Margriet kanaal, via het slib dat op land wordt gestort of wordt
gebruikt als meststof, of via deeltjes in de gassen die in de omgevingslucht
terechtkomen. In alle drie deze gevallen gaat het om extreem lage
hoeveelheden BSE infectiviteit die geen significant risico opleveren voor
mensen die in de omgeving van het destructiebedrijf wonen, werken of
verblijven.