|   print

[  ]
 
Kootwijk EJ van , Rossum GA van , Schoenmakers BJ , Bakema AH , Meijers R

43 p in Dutch   1995

Toon Nederlands

English Abstract
The objective of this study was to map the grass cover in Dutch heathland nature reserves using Landsat-TM satellite imagery. The grass cover data will be used to initialize the HEATHSOL-model. This model is used for biomass predictions of heather and grass species in natural heathlands in the Netherlands, as influenced by nitrogen deposition from the atmosphere. Two images of the Landsat TM satellite sensor were used, both of 7 September 1993. To calibrate the images, field data were collected in the 'Dwingelose heide' and 'Strabrechtse heide' nature reserves by measuring the vegetation cover. The MICROFIND software, a module within the HEIMON heathland monitoring system operated by K&M, was used for the calibration and subsequent prediction. MICROFIND predicts cover values of heather, grass and bare soil for areas of 30x30 m which correspond to the Landsat TM pixel size. We used digitized 1:50,000 scale topographical map to isolate the heathland nature reserves in the images. Remaining irrelevant cover types like forests, meres and roads were then removed. Very small reserves and heathlands in dune areas were excluded. A few reserves in the eastern part of the country were not covered by the images. After masking some 24,000 ha of heathland remained for the analysis. It was found that 45% of the study area was coverd by grass, with a tendency of increasing grass cover from the north of the country to the south. Similar inventories of grass cover have been made earlier in 1986 and 1989. This time the procedure was hampered by the presence of haze over southern scene. As a result predictions may be less accurate for part of the southern scene. The main accuracy of a grass cover prediction for an individual pixel was comparable to the accuracy found in the earlier studies: +- 1% when the models were applied to the reserves in which field data had been collected, up to +- 30% when they were extrapolated to other areas.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
Het doel van deze studie was de kartering van de grasbedekking in Nederlandse heideterreinen, gebruik makend van Landsat-TM satellietbeelden. Deze grasbedekkingsgegevens dienen voor de initialisatie van het HEATHSOL-model. Dit model voorspelt de biomassa van heide- en grassoorten in heideterreinen onder invloed van stikstofdepositie vanuit de atmosfeer. Er is gebruik gemaakt van twee satellietbeelden van 7 september 1993. Om de beelden te kunnen ijken is veldwerk verricht in de Dwingelose heide en Strabrechtse heide. Hierbij zijn bedekkingen door heide en gras in het veld gemeten. De ijking en de daarop volgende voorspelling van bedekkingspercentages is uitgevoerd met de MICROFIND software, onderdeel van het HEIMON heidemonitoringsysteem dat door K&M geexploiteerd wordt. MICROFIND voorspelt met behulp van multivariate lineaire regressietechnieken bedekkingen van heide, gras en kale bodem voor oppervlakten ter grootte van het Landsat pixel: 30x30 m. Om heideterreinen uit deze beelden te kunnen isoleren is het thema Heide van de gedigitaliseerde topografische kaart 1:50.000 gebruikt. Binnen deze selectie zijn niet-relevante bedekkingstypen (bossen, vennen, wegen en paden, e.d.) verwijderd. Duinheide en hele kleine terreintjes zijn buiten beschouwing gelaten. Bovendien werden een aantal terreinen in het oosten van het land niet door de satelietbeelden bedekt. Uiteindelijk is over zo'n 24.000 ha een uitspraak gedaan. Uit de analyse bleek 45% van het onderzochte gebied bedekt te zijn met gras, waarbij de hogere bedekkingen meer naar het zuiden toe voorkwamen. Deze kartering, de derde na eerdere karteringen in 1986 en 1989, werd bemoeilijkt door de aanwezigheid van sluierbewolking in het zuidelijke beeld. Als gevolg hiervan kunnen de voorspellingen voor een deel van het zuidelijke beeld minder betrouwbaar zijn. De gemiddelde voorspellingsnauwkeuringheid van de grasbedekking van een individueel pixel bleek in overeenstemming te zijn met die van eerdere karteringen:+- 10% wanneer de modellen worden toegepast op het terrein waarin de veldgegevens zijn verzameld, tot +- 30% als er wordt geextrapoleerd naar andere terreinen.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl

( 1994-11-30 )