English Abstract HIV and STI transmission might occur from high risk
groups into the general population in the Netherlands. This is one of the
main conclusions of the HIV survey conducted among high risk populations in
The Hague. HIV prevalence is 3.5% among commercial sex workers (CSW).
Among immigrants, the HIV prevalence is 0.6% among Antillean immigrants,
0.7% among Surinamese and 1.8% among Ghanese immigrants. Sexual risk
behaviour is substantial in all of these groups.
The study was carried out to assess the HIV prevalence, related risk
behaviours among CSW and among immigrants from HIV endemic countries (HIV
prevalence is estimated > 1% in general population), and the potential of
HIV transmission into the general population. This survey is part of the
national HIV-surveillance.
Commercial sex workers: Among CSW HIV is most prevalent among drug addicted
CSW (22.2%) and among transgender CSW (20%). No HIV infections were found
among other non-injecting female CSW. Condom use with clients is high
(79%), although condom failure is reported by one third of the CSW. Sexual
risk behaviour is more common among transgender and drug addicted CSW than
among heterosexual CSW. This, in combination with the substantial HIV
prevalence among transgender and drug addicted CSW in The Hague suggests
that transmission of HIV to the general population is possible.
Migrants from HIV-endemic countries: Considerable sexual risk behaviour is
reported in the migrant groups, more by men than by women: many sexual
partners, concurrent partnerships and sexual contacts in country of origin.
However, women use less frequently condoms with both steady and casual
partners. 4-20% of the migrants reported unsafe sex contacts with at least
two partners in the previous six months. Due to sexual contacts within and
between ethnic groups, further transmission of HIV and STI in the general
population is a potential risk.
Rapport in het kort
Verspreiding van HIV en SOA kan mogelijk optreden
doordat hoog-risicogroepen een brug vormen naar de rest van de bevolking in
Nederland. Dit blijkt uit de HIV-survey die is uitgevoerd in Den Haag onder
prostituees werkzaam in de raamprostitutie, clubs en op de tippelzone en
onder migranten afkomstig uit HIV-endemische gebieden. HIV komt voor bij
3,5% van de prostituees. De HIV-prevalentie is 0,6% onder Antillianen, 0,7%
onder Surinamers en 1,8% onder Ghanezen.
Het doel van de survey was inzicht te verkrijgen in het voorkomen van HIV,
seksueel risicogedrag en de potentie tot verspreiding hiervan bij
prostituees en bij migranten afkomstig uit gebieden waar de HIV-prevalentie
onder de algemene bevolking hoger dan 1% wordt geschat. De surveys maken
onderdeel uit van de HIV-surveillance in Nederland.
Prostituees: Bij de prostituees zijn HIV-infecties gevonden bij verslaafde
vrouwen (22,2%) en bij transgenders (20%); bij de niet-verslaafde
vrouwelijke prostituees zijn geen HIV-infecties aangetoond. Prostituees
gebruiken vaak condooms met klanten (79%), maar ruim een derde rapporteert
dat condooms regelmatig stuk gaan. Seksueel risicogedrag is hoger bij
verslaafde prostituees en transgenders dan bij niet-verslaafde vrouwen.
Gezien de hoge HIV-prevalentie onder transgenders en verslaafde vrouwen en
het risicogedrag is de kans aanwezig voor de verspreiding van HIV vanuit
deze groepen naar de rest van de bevolking.
Migranten afkomstig uit HIV-endemische gebieden: Seksueel risicogedrag wordt
vaak gerapporteerd en is hoger bij mannen dan bij vrouwen; ze rapporteren
ongeveer twee keer zoveel partners, vaak meerdere partners tegelijkertijd,
vaker seksuele contacten met losse partners in het land van herkomst en ze
mixen vaker met partners van een andere etniciteit. Vrouwen gebruiken
daarentegen minder vaak condooms, zowel bij vaste als bij losse partners.
Van de migranten heeft 4-20% onbeschermde sekscontacten gehad met tenminste
twee partners in de voorgaande zes maanden. Het risico van verdere
verspreiding van HIV naar de rest van de bevolking in Nederland lijkt
gering, echter door vele seksuele contacten onderling en tussen de
verschillende etnische groepen is er een potentieel risico op verdere
verspreiding van HIV/SOA.