English Abstract The Environment Explorer and the Land Use Scanner are
both integrated land use models, used by the National Institute of Public
Health and the Environment (RIVM). Considering efficiency, the RIVM is
trying to integrate both systems while their specific qualities should
remain. This integration will lead to a toolbox, called LUMOS (Land Use
Modelling System). Under the authority of the RIVM, a definition study was
conducted by Nexpri / Utrecht University, resulting in a global functional
model for LUMOS. The Environment Explorer and the Land Use Scanner show
many similarities regarding the use of input data, and the presentation of
results. The most important differences lie in their allocation mechanisms.
In the Land Use Scanner a logit model is used where as the Environment
Explorer system uses cellular automata for the simulation of spatial
processes. These mechanisms differ fundamentally and can not simply be
interchanged. Another important difference between both systems is the way
in which expert judgements are being made during the modeling process. The
Global Functional Model (GFM) for LUMOS basically describes the way in which
integration between the Environment Explorer and Land Use Scanner systems
can take place. The basic assumption is that allocation mechanisms of the
Land Use Scanner and Environment Explorer system in their present form must
be maintained, because of their unique character. Integration is possible
mainly for the input of data, and the post processing and output of the
results. Besides, a common user interface and control tool must be
developed. Based on the GFM for LUMOS a whole range of steps are possible.
Therefore, the report lists the most important choices and corresponding
arguments for every functional part of the toolbox. These choices are
largely determined by the degree of integration which is aimed for and by
the system environment in which the toolbox is going to
function.
Rapport in het kort
Het RIVM beschikt over twee instrumenten om ruimtelijke
processen in de fysieke leefomgeving te modelleren: de Leef Omgevings
Verkenner (LOV) en de Ruimtescanner (RS). Uit overwegingen van efficientie
streeft het RIVM ernaar beide systemen te integreren, waarbij de specifieke
eigenschappen van de modellen moeten worden gehandhaafd. Deze integratie
zal leiden tot een toolbox, die onder de naam LUMOS (Land Use MOdelling
System) verder door het leven zal gaan. In opdracht van het RIVM heeft
Nexpri/Universiteit Utrecht een definitiestudie uitgevoerd, resulterend in
een Globaal Functioneel Model (GFO). De Leef Omgevings Verkenner en de
Ruimtescanner vertonen veel overeenkomsten als het gaat om de gebruikte
basisgevens en de presentatie van resultaten. De belangrijkste verschillen
tussen RS en LOV zijn gelegen in de allocatiemechanismen. De RS maakt
gebruik van een logitmodel, terwijl de LOV voor het simuleren van
ruimtelijke processen gebruik maakt van cellulaire automata. Deze
mechanismen zijn fundamenteel verschillend en kunnen niet zonder meer als
uitwisselbaar worden beschouwd. Een ander belangrijk verschil tussen beide
instrumenten is de mate waarin gebruik gemaakt wordt van expertoordelen
tijdens het modelproces. Het Globaal Functioneel Ontwerp voor LUMOS
beschrijft op hoofdlijnen de vorm waarin integratie tussen RS en LOV kan
plaatsvinden. Uitgangspunt bij het GFO is dat de allocatiemechanismen van
RS en LOV in hun huidige vorm gehandhaafd blijve, gezien hun zeer specifieke
karakter. Integratie is vooral mogelijk bij de invoer van gegevens, en de
nabewerking en uitvoer van de resultaten. Daarnaast dient een
gemeenschappelijke gebruikersinterface en beheertool te worden ontwikkeld.
Op basis van het Globaal Functioneel Ontwerp voor LUMOS is een heel scala
aan vervolgstappen mogelijk. Het rapport geeft daarom per functioneel
onderdeel van de toolbox de belangrijkste keuzes en bijbehorende
argumentaties weer. Deze keuzes worden sterk bepaald door de mate van
integratie die wordt nagestreefd en door de systeemomgeving waarin de
toolbox moet gaan functioneren.