|   print

[  ]
 
Ginkel LA van , Rossum HJ van , Schwillens PLWJ , Zoontjes PW , Hagele GH , Janssen FW , Stephany RW

27 p in Dutch   1996

Toon Nederlands

English Abstract
During the surveillance conducted in 1993 focusing on special slaughter locations, 311 samples were analyzed for the presence of residues from illegal growth stimulating compounds, beta agonists and tranquillizers. One of the compounds was detected in seven samples. In six cases the corresponding action level was exceeded. When considering the number of animals tested, a different picture emerges for the beta agonists since the 156 samples of urine and liver tested originated from the 93 animals. Of this number five animals were positive for clenbuterol. It is concluded that still a significant percentage (6%) of animals was treated with clenbuterol. Other beta agonists were not detected. In addition, there still is some use of gestagens, the percentage, however, being relatively small. On the other hand, the percentage of samples found positive for tranquillizers seems large. The number of samples analyzed, however, was limited. On the basis of these results it is advised to continue the surveillance for beta agonists and gestagens, and to increase the activities with respect to tranquillizers. Additionally, multi-residue analyses for hormonal anabolic compounds are recommended.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
Gedurende het in 1993 uitgevoerde bewakingsonderzoek "bijzondere slachtplaatsen" werden 311 monsters onderzocht op de aanwezigheid van residuen van illegale groeibevor-derende stoffen respectievelijk tranquillizers. In zeven monsters werd een van de gezochte verbindingen aangetoond. In zes gevallen werd de bijbehorende actiegrens overschreden. Uitgedrukt in aantallen onderzochte dieren ontstaat een iets ander beeld doordat de in totaal 156 onderzochte monsters urine en lever op beta-agonisten afkomstig waren van 93 dieren. Van dit aantal dieren waren er 5 positief op clenbuterol. Geconcludeerd kan worden dat in een aanzienlijk percentage (6%) monsters residuen van clenbuterol aanwezig waren. Overige beta-agonisten werden niet aangetroffen. Het gebruik van gestagenen blijkt nog steeds voor te komen, het percentage blijft echter gering. Hoewel het aantal onderzochte monsters gering is lijkt het gebruik van tranquillizers toegenomen te zijn. Op basis van deze resultaten is voor het onderzoek gedurende 1994 geadviseerd het onderzoek op beta-agonisten en gestagenen voort te zetten en dat op tranquillizers uit te breiden. Zo mogelijk dient multi-residu onderzoek op hormonale anabolica uitgevoerd te worden.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl

( 1995-11-30 )