English Abstract This study, forming part of the Public Health Status
and Forecast 2002, produced by the National Institute of Public Health and
the Environment in the Netherlands, describes the state of the art on drug
delivery devices, as well as future developments for their use. It is
concluded that many examples of new or improved drug delivery devices have
improved drug therapy and patient convenience in the last decade. Still,
besides the development of new active compounds, the improvement of drug
delivery devices is a key factor in the future development of drug therapy.
In drug therapy, administration as well as formulation of substances is
difficult. A drug delivery device is required to stabilise the
characteristics of these compounds. For example, the application of gene
therapy is still hampered by the lack of adequate ways of administration.
New drug delivery devices with colloidal carriers (for example liposomes or
polymers) are expected to play an important role in the treatment of life
threatening, frequently occurring or difficult to cure diseases. In the
future macromolecular and other complex compounds will become more and more
important. Consequently, the technology that facilitates the administration
of these substances has to improve accordingly.
Rapport in het kort
Een overzicht van de stand van zaken en toekomstige
ontwikkelingen met betrekking tot veel voorkomende toedieningsvormen en
-systemen wordt in dit rapport van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid
en Milieu beschreven, als achtergrondstudie van de Volksgezondheid Toekomst
Verkenning 2002. Een geneesmiddeltoedieningsvorm of -systeem is vrijwel
altijd noodzakelijk omdat de werkzame stof niet zomaar aan de pati6nt kan
worden toegediend. Vele voorbeelden van nieuwe en veranderde
toedieningsvormen hebben in de afgelopen decennia het licht gezien, en
hebben bijgedragen aan een veranderende therapie. Veelal betekent dit een
vergroting van het gebruiksgemak voor de pati6nt. Toch blijft er nog een
grote behoefte aan verdere ontwikkeling van toedienings-vormen en -systemen
omdat ze, naast nieuwe werkzame stoffen, essentieel zijn in de verdere
verbetering van de therapie voor veel ziekten. Nieuwere toedieningsvormen
met collo6dale dragers (zoals liposomen en polymeren) zullen een
belangrijkere rol gaan spelen in de behandeling van levensbedreigende, veel
voorkomende, of nog niet of moeilijk te behandelen ziekten. Naast deze
geheel nieuwe ontwikkelingen zal ook de zoektocht naar methodes om bestaande
stoffen veiliger en effectiever toe te dienen zich blijven voortzetten. In
de toekomst zullen er namelijk steeds meer macromoleculaire en complexe
verbindingen als werkzame stof worden toegediend. Niet alleen qua
toediening maar ook qua formulering zijn dit veelal lastige verbindingen.
Een toedieningsvorm is dan noodzakelijk om de eigenschappen van deze
werkzame stoffen onder verschillende omstandigheden (produktie, opslag,
toediening aan het lichaam) constant te houden. Dat toedieningsvormen een
belangrijke rol kunnen spelen speelt bijvoorbeeld bij gentherapie een rol:
deze toepassing wordt vertraagd door
toedieningsproblemen.