English Abstract This report presents a halfway score of the research
project "Winter smog and Traffic", one of the themes of the research
programme "Air Pollution and Health". A state of the art is presented of
the health effects associated with exposure to winter smog and of the
toxicological effects caused by the inhalation of particles. A summary of
the assessment of air quality and the results of epidemiological research is
presented. Some policy questions are answered as far as possible at this
stage of the project. Finally, an outline of a plan of activities is
presented which is based on the policy needs and the most serious gaps in
knowledge.
Rapport in het kort
In de interimrapportage wordt de huidige stand van
zaken beschreven van, hoofdzakelijk, (inter)nationaal epidemiologisch
onderzoek naar de relatie tussen PM10 en het optreden van
gezondheidseffecten. PM10 ("particulate matter") is de afkorting van de
massa van de in de lucht zwevende deeltjes (aerosol) met een diameter
kleiner dan ongeveer 10 micrometer (10 mum = 0,01 mm). PM10 wordt in
Nederland ook wel "fijn stof" genoemd en geldt als indicator voor de ernst
van het wintersmogmengsel. Daarna wordt verslag gedaan van het onderzoek
dat tot nu toe is afgerond. Uit de literatuur blijkt dat blootstelling aan
wintersmog geassocieerd is met een toename van de dagelijkse sterfte, met
ziekenhuisopnamen voor ademhalingsklachten, met een toename van
medicijngebruik bij astmatici en met longfunctieverslechtering. Er lijkt
geen drempelwaarde voor dergelijke associaties te bestaan waar beneden
effecten op mortaliteit en morbiditeit niet meer voorkomen. Gelet op de
moeilijkheid een drempelwaarde vast te stellen, wordt een schatting van de
gezondheidseffecten uitgedrukt als procentuele toename per 100 mug/m3
verandering in de daggemiddelde concentratie van PM10. Deze toename is voor
dagelijkse sterfte 10-15%, voor toename van ziekenhuisopnamen voor
respiratoire aandoeningen 20-40% en voor toename van medicijngebruik bij
astmatici ongeveer 30%. De longfunctieverslechtering wordt geschat op 2-4%
voor 100 mug/m3 toename van de PM10 concentratie. De daggemiddelde
PM10-concentraties in Nederland kunnen tijdens wintersmogepisoden oplopen
tot 140 mug/m3 en hoger. Er zijn weinig toxicologische gegevens beschikbaar
omtrent de gezondheidseffecten en het werkingsmechanisme van deeltjesvormige
luchtverontreiniging. Enkele proefdierstudies met gecontroleerde inhalatie
van verschillende (redelijk oplosbare) deeltjes suggereren dat de grootte
van het oppervlak en de reactiviteit van het oppervlak van ultrafijne
deeltjes (< 0,1 mum) een rol spelen in het veroorzaken van pulmonale
effecten. Het grootste deel van de massa van alle deeltjes wordt
veroorzaakt door deeltjes met een diameter van enige micrometers (mum) tot
enige tientallen micrometers. Omdat de hoogte van de PM10-niveaus afhangt
van de massa van de deeltjes worden deze PM10-niveaus vooral bepaald door
deeltjes groter dan enkele micrometers in diameter. De ultrafijne deeltjes
met diameters van enige honderdsten tot tienden van micrometers vormen wel
de grootste aantallen deeltjes, maar dragen vrijwel niet bij aan de
PM10-niveaus. Deeltjes van tussenliggende diameters bepalen voor het
grootste deel het oppervlak. Zij hebben een verwaarloosbaar effect op de
PM10-niveaus. Het is momenteel nog onbekend of het toxische
werkingsmechanisme van de deeltjes afhangt van de massa dan wel de chemische
samenstelling van de deeltjes, of afhangt van het oppervlak van de deeltjes
of juist van de aantallen deeltjes. Daarom is de keuze van het juiste
bestrijdingsdoel op dit moment niet eenvoudig.