|   print

Toxicokinetische Modellering Milieucontaminanten
[ Toxicokinetic Modelling of Environmental Contaminants ]
 
Olling M, van Eijkeren JCH, Derks HJGM

40 p in Dutch   1995

RIVM Rapport 643810003

Toon Nederlands

English Abstract
Taking measures in case of possible contamination of cattle is up to now only possible when residues of environmental contaminants have been determined after slaughtering. As a consequence these measures, as e.g. confiscation or decontamination can be taken only after a long period. In this report a methodology is introduced to estimate residues in cattle taking only a few observations of contaminant concentrations in samples as milk or ear-grease. The methodology is based on a Physiologically Based PharmacoKinetic (PBPK) model of the contaminant kinetics in cattle. The model leads to a sampling strategy yielding meaningfull concentration measurements. The methodology is generally applicable for any combination of environmental contaminant and cattle lending itself to kinetic modeling. In the report emphasis is laid on lipophylic persistent contaminants. As a model problem "dioxine in the cow" is chosen. Experimental affirmation has to be carried out on a model animal (such as a goat), as well as validation after application on cattle (such as cows) that is aimed at.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
In dit rapport wordt een methodiek besproken om op grond van enkele waarnemingen van concentraties van een milieucontaminant in gemakkelijk verkrijgbare monsters schattingen te doen van residuen in landbouwhuisdieren. Deze methodiek berust op een fysiologisch gebaseerd kinetisch model van de betreffende diersoort die de kinetiek beschrijft van de contaminant in het dier. Dit model leidt tot een bemonsteringsstrategie aan de hand waarvan concentratiemetingen zinvol geinterpreteerd kunnen worden. De essentie van de methodiek is dat men beschikt over een kinetisch model waarvan alle beschrijvende parameters bekend zijn. De modeleigenschappen worden gebruikt bij het ontwikkelen van een bemonsteringsstrategie. Deze strategie kan in principe verschillen van soort tot soort en ook van contaminant tot contaminant. De methodiek is in het algemeen toepasbaar voor alle combinaties van milieucontaminanten en dieren waarvoor een fysiologisch gebaseerd kinetisch model is op te stellen en waarvan de parameters (chemisch en fysiologisch) bekend zijn. In dit rapport echter wordt de methodiek toegepast op een lipofiele, persistente contaminant in landbouwhuisdieren. In het modelvoorbeeld is uitgegaan van dioxine in de koe, waarvoor een model beschikbaar is (Derks et al. 1993). Dit modelvoorbeeld is met enige aanpassingen voor wat betreft de chemische en fysiologische parameters eenvoudig bruikbaar te maken voor andere stoffen als PCB's HCH enz. en andere landbouwhuisdieren.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
( 1995-10-31 )