English Abstract The Dutch National and Provincial Groundwater Quality
Network (LMG/PMG) have been designed to keep track of the shallow
groundwater quality (well screens at 10 and 25 m below surface). The
average monitoring site density is 1 per 100 km2. Since 1984 samples have
been collected yearly and analysed for macrochemical parameters and heavy
metals. Site selection criteria were mainly based on land use, soil type
and the hydrological situation. The aim of this study was to describe
groundwater quality and its change in the period 1984-1995 in two sets of
sites from the LMG/PMG. The two sets are urban area (65 selected sites) on
the one hand and river bank infiltration (34 selected sites) on the other
hand. It was found that the two sets had a wide variety in groundwater
compositions. Groundwater quality in urban areas is different from the
nearest surrounding monitoring sites. Groundwater composition at sites with
river bank infiltration is influenced by the infiltrating surface water.
For both sets, changes in groundwater quality over the period 1984-1995 were
small.
Rapport in het kort
Binnen het Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit (LMG)
en de Provinciale Meetnetten Grondwaterkwaliteit (PMG) worden jaarlijks
monsters genomen in enkele honderden grondwaterstandsbuizen over heel
Nederland. De putten hebben filters op ca. 10 en 25 m-mv. Het doel van
dit onderzoek is een beeld te geven van de grondwaterkwaliteit (en de
verandering ervan in de tijd) in stedelijk gebied en van de
grondwaterkwaliteit in putten met oeverinfiltratie, op basis van gegevens
uit deze meetnetten. Er zijn 65 putten geselecteerd in stedelijk gebied en
34 putten met oeverinfiltratie. Beide selecties blijken een grote spreiding
te hebben in grondwatersamenstelling. Om na te gaan of de
grondwaterkwaliteit in van de twee selecties wordt beinvloed door bebouwing
respectievelijk infiltrerend oppervlaktewater is voor elke put op beide
diepteniveaus een vergelijking gemaakt met de dichtstbijzijnde omliggende
put die niet tot een van beide selecties behoort. Voor een aantal locaties
met oeverinfiltratie is bovendien een vergelijking gemaakt tussen het
grondwater en het infiltrerende oppervlaktewater. Er wordt geconcludeerd
dat de grondwatersamenstelling in stedelijk gebied afwijkt van de directe
omgeving door onder andere hogere concentraties aan chloride, natrium,
kalium, nitraat en bicarbonaat. Het grondwater in de putten met
oeverinfiltratie wordt duidelijk beinvloed door infiltrerend
oppervlaktewater. De veranderingen in de watersamenstelling over de periode
1984-1995 zijn significant doch gering.