|   print

Een schatting van de baten van geluidmaatregelen
[ Estimating benefits from noise policy measures ]
 
van Kempen EEMM

41 p in Dutch   2001

RIVM Rapport 715120004
download pdf (267Kb)  

Toon Nederlands

English Abstract
A cost-benefit analysis was carried out in the framework of the Netherlands Fourth National Environmental Policy Plan to set priorities and evaluate several noise policy measures. Benefits are defined as the number of annoyed persons expressed in monetary terms. An important question then is what price an annoyed person will pay for noise prevention. Several of the noise prevention measures are assessed here. In order to assign a monetary value to goods and services, the economist makes use of the Willingness To Pay (WTP): the maximum amount a person is willing to pay to obtain a good or service. Among the various valuation methods available to estimating the WTP of effects such as annoyance, the Contingent Valuation (CV) and Hedonic Pricing (HP) methods are most commonly used. The Contingent Valuation method estimates the WTP for a change in the quantity and/or quality of an environmental good such as noise, by using survey techniques. Applying the Hedonic Pricing method yields a price for annoyance derived from the difference in house prices. An attempt was made using both methods to estimate the benefits of various sets of noise control measures. To this end, data such as the number of households, exposure distributions, house prices and bank rates were employed. Noise control measures for road traffic were found to yield the highest benefits; the noise control measures for air traffic yielded the lowest benefits. Sensitivity analysis showed the choice of threshold value to have great influence on the benefit estimations. Although the results are indicative, they can be of help in decision-making.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
Om prioriteiten te kunnen stellen en verschillende beleidsopties te kunnen beoordelen is voor geluid in het kader van het Vierde Nationale Milieubeleidsplan (NMP4) een kosten-batenanalyse uitgevoerd. In dit rapport zijn de baten van verschillende geluidsreducerende maatregelenpakketten geschat. De baten zijn gedefinieerd als het aantal vermeden gehinderden, uitgedrukt in guldens. Een belangrijke vraag hierbij is: "wat is de prijs van 1 gehinderde ?" Om een monetaire waarde aan goederen of diensten toe te kennen, wordt in de economie vaak gebruik gemaakt van de Willingness To Pay (WTP): het hoogste bedrag dat men bereid is te betalen voor een goed of dienst. Voor de waardering van effecten als hinder zijn verschillende methodes beschikbaar. De meest gebruikte zijn de Contingent Valuation (CV) methode en de Hedonic Pricing (HP) methode. Met de Contingent Valuation methode wordt geprobeerd om de individuele preferenties te achterhalen door te vragen naar de betalingsbereidheid voor een verbetering in de beschikbaarheid of de kwaliteit van een bepaald goed. In dit geval de geluidsituatie. Bij de Hedonic Pricing methode wordt uit het verschil van huizenprijzen op verschillende plaatsen een prijs voor geluidhinder afgeleid. Met behulp van beide methodes is een schatting gemaakt van de baten van de verschillende maatregelenpakketten. Hierbij waren o.m. gegevens nodig over het aantal huishouden, blootstellingsverdelingen, huisprijzen en het disconto. Het bleek dat de maatregelenpakketten voor wegverkeer de meeste baten opleverden; het maatregelenpakket voor vliegverkeer leverde de minste baten op. Uit een gevoeligheidsanalyse kwam naar voren dat met name de keuze van de drempelwaarde van invloed is op de hoogte van de geschatte baten. De resultaten moeten dan ook als indicatief worden beschouwd. Desalniettemin kunnen ze een nuttig hulpmiddel vormen bij de besluitvorming over te nemen maatregelen.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
( 2001-09-14 )