English Abstract Concerns the results of a feasibility study on the
realisation of a nitrogen research programme for the local scale. This
study, initiated by the Ministries of Housing, Physical Planning and
Environment (VROM) and of Agriculture, Nature Management and Fisheries
(LNV), was executed by a project group of Dutch scientists to provide an
outline of a research programme proposal. It will be based on an inventory
of the main policy questions, and on overviews of the state of knowledge of
different parts of the nitrogen causal chain, and of the main gaps in
knowledge and present research. The end product of the programme should be
a set of modules which will enable the assessment of the risk on negative
effects on current nature conservation in the Dutch Mainframe of Natural
Landscapes (EHS) and the nature conservation target types in the EHS to be
realised in the future. The modules represent parts of the causal chain,
i.e. emission, dispersion and deposition, effects on different terrestrial
and aquatic ecosystems and on tree species, groundwater pollution and the
marine environment. The research in the programme will focus on refining
and validating existing models for the individual elements of the causal
chain. Experiments and model development will be focused on better
estimating (changes) in key factors necessary to describe the main processes
of these elements.
Rapport in het kort
Uit onderzoek van de afgelopen tien jaar is gebleken
dat stikstof- en zuurdepositie de stressgevoeligheid en biodiversiteit van
bossen en natuurlijke vegetaties sterk negatief kunnen beinvloeden. De
eutrofierende werking van stikstof-depositie speelt daarbij een hoofdrol.
De kennis over de ruimtelijke verdeling en kwantiteit van de depositie zijn
zodanig verbeterd dat op regionale en nationale schaal redelijk betrouwbare
schattingen gemaakt kunnen worden. Ook over de grondwaterverontreiniging
kunnen op deze schaal kwantitatieve conclusies getrokken worden. Over de
aard en grootte van ecologische effecten is behoorlijk inzicht verkregen,
het onderzoek is echter tot nu toe gericht geweest is op een beter begrip
van werkingsmechanismen van stikstof. Andere stressfaktoren zoals droogte,
vorst, ziekten en plagen zijn in mindere mate in het onderzoek betrokken.
Op dit moment is voldoende kennis beschikbaar over stikstof-depositie en
-effecten voor onderbouwing van het landelijke (generieke) en regionale
beleid. Voor meer specifieke emissie beperkende maatregelen op lokale
schaal is het inzicht in de processen en effecten op deze schaal echter
beperkt. Dit laat zich vertalen in behoefte aan informatie over temporele
en ruimtelijke variatie in emissie, depositie, en gevoeligheid van
ecosystemen op lokale schaal. Ook is het van belang betere mogelijkheden te
hebben dan nu het geval is om beleidsmaatregelen tegen elkaar af te wegen,
zoals bijvoorbeeld bepaling van de noodzaak tot het nemen van lokale
maatregelen (wegnemen van piekbelastingen) ten opzichte van regionale of
landelijke maatregelen (wegnemen van de achtergrondbelasting) ; of bepaling
van maatregelen ten aanzien van verkeer of industrie (NOx) ten opzichte van
de landbouw (NH3). Daarvoor is het nodig te beschikken over
blootstelling/respons relaties voor de invloed van stikstof-deposities op
verschillende natuur-doeltypen, informatie over de mate en snelheid waarmee
ecosystemen herstellen bij vermindering van N-depositie, kortom informatie
waarmee de baten van emissie-redukties van gereduceerd en geoxideerd N met
elkaar vergeleken kunnen worden. In dit rapport worden bovengenoemde vragen
gerelateerd aan beschikbare informatie en aan de resultaten die van lopend
onderzoek verwacht worden, en wordt beschreven welk onderzoek adequaat is om
de kennishiaten op te vullen. Ook wordt een prioritering in het onderzoek
aangegeven met als uitgangspunten dat er een directe relatie met de
bovengenoemde beleidsvragen moet zijn, en dat er relevante resultaten
geboekt moeten kunnen worden binnen een enkele jaren durend
onderzoeksprogramma van een bescheiden omvang.