English Abstract In recent years thresholds set by the current Council
Directive 92/72/EEC on air pollution by ozone have been exceeded
substantially in all Member States. The EU obligates all its Member States
to carry out a principal investigation of the reduction potential of
short-term measures for ozone maxima during episodes. In accordance with
this request we conducted a model study and imposed five different
short-term scenarios on a nation-wide scale for emissions from 1995 and
2003. The short-term measures solely concerned road traffic since other
sectors appeared not very effective in reducing ozon precursor emissions
and/or with considerable economic consequences. The nation-wide averaged
results suggest an increase of a few percentage points in the ozone maxima
in both 1995 and 2003 as a result of short-term measures. It appears that
mainly the highly industrialised and populated areas clearly show increased
ozone maxima (+5% in 2003), while in the less populated and industrialised
areas the maxima vary between -1% and +1%. According to our model study the
10% minimum effectiveness of short-term abatement measures aimed at in the
Ozone Position Paper will not be realised in the Netherlands. Permanent and
large-scale measures appear to be the only means for realising substantial
reductions in the ozone maxima.
Rapport in het kort
De afgelopen jaren werden de drempelwaarden voor ozon
op grondniveau, zoals vastgelegd in de huidige Richtlijn 92/72/EEC,
veelvuldig overschreden in alle landen van de Europese Unie. De EU
verplicht alle deelnemende landen om een onderzoek te doen naar het ozon
reductie potentieel van korte termijn maatregelen tijdens ozonepisoden. In
navolging hiervan hebben wij een modelstudie uitgevoerd waarbij vijf
reductiescenario's op nationale schaal werden toegepast voor emissies uit
1995 en 2003. De korte termijn maatregelen hebben alleen betrekking op
wegverkeer omdat reducties binnen andere sectoren niet effectief blijken
en/of leidden tot aanzienlijke economische consequenties. De nationaal
gemiddelde ozonmaxima blijken een paar procent te stijgen in zowel 1995 als
2003 als gevolg van korte termijn maatregelen. Het blijkt dat met name in
zwaar geindustrialiseerde- en dichtbevolkte gebieden een duidelijke toename
plaatsvindt van de ozonpieken (+5% in 2003), terwijl in de minder
geindustrialiseerde- en dichtbevolkte gebieden de waarden varieren tussen
-1% en +1%. Onze modelstudie geeft aan dat de 10% minimum effectiviteit
voor het reduceren van ozonpieken, waarnaar wordt gestreefd in het Ozone
Position Paper, niet wordt gehaald met korte termijn maatregelen in
Nederland. Het blijkt dat permanente en grootschalige maatregelen in de
nabije toekomst de enige manier is om substantiele verlaging van ozonpieken
te bereiken.