|   print

[  ]
 
Huiting AM ; Kramer PRG ; Beurskens JEM

111 p in Dutch   1997

download pdf (5952Kb)  

Toon Nederlands

English Abstract
Regional waters are being dredged once every 5 to 20 years to maintain the water discharge. The dredged material must meet certain objectives if it is to be disposed of in the adjacent soil. However, PAH levels exceed the sediment target value of 1.0 mg sum of PAH per kg dryweight of sediment in 60% of the ditches. In a preceeding study the present and future sediment quality has been investigated. In this study a probabilistic model was developed to investigate the effect of repeatedly distributing sediments on different categories of soil. When PAH concentration in sediment exceeds the target value up to a level of 10 mg.kg-1 (standard above which sediments must be deposited into a depot), only farm-land on sandy soils will show no exceedance of the target value for soils (equal to the target value for sediments). The other categories, farm-land on clay, grass-land on clay and grass-land on peat, show a considerable chance of exceedance of the target value. However, when being distributed, many of the sediments in which levels of PAH above the target value were measured, will cause no exceedance of the soil target value. For sand, clay and peat ditches respectively 100%, 63% and 74% of all measurements will lead to soil concentrations below the target value when being deposited on a regular basis. Decreasing atmospheric deposition will enlarge the possibility of distributing sediments without exceeding target values, especially in the case of farm-land on clay.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
Regionale wateren worden eens in de vijf tot twintig jaar gebaggerd om de aan- en afvoer van water te waarborgen. De vrijkomende baggerspecie in het landelijk gebied wordt door het gehalte aan Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK) vaak in klasse 2 ingedeeld. In het beleidsstandpunt Verwijdering Baggerspecie is gesteld dat klasse 2 specie in principe na het jaar 2000 niet meer op de kant verspreid mag worden. Als vervolg op een eerdere studie naar de huidige en toekomstige waterbodemkwaliteit is een modelmatige analyse van de PAK-gehalten in verschillende typen landbodem onder invloed van het herhaald opbrengen van baggerspecie uitgevoerd. Het blijkt dat specie met gehalten tegen de bovengrens van klasse 2, alleen bij bouwland op zand geen overschrijding van de streefwaarde op termijn oplevert. Voor de overige categorieen landbodems (bouwland op klei, grasland op klei en op veen) zou een probleem kunnen optreden bij het verspreiden van specie met hoge gehalten in klasse 2, als de streefwaarde landbodem als maatgevend wordt beschouwd. Om te zien op welk concentratie-niveau het overgrote deel van de klasse 2 specie zich bevindt, zijn gemeten gestandaardiseerde sedimentgehalten t/m klasse 2 uit het landelijk waterbodembestand vergeleken met kritische niveaus, waarbij na verspreiding geen toename van de kans op overschrijding van de streefwaarde op landbodem te zien is in vergelijking met de situatie zonder baggerspecie. Er blijkt bij zand, klei- en veensloten resp. 100%, 63% en 74% van de gegevens onder de kritische niveaus te liggen. Met andere woorden, een groot deel van de vrijkomende klasse 2 specie leidt bij herhaaldelijke verspreiding niet tot een overschrijding van de streefwaarde in de landbodem. Afname van atmosferische depositie in de komende 50 jaar verruimt de mogelijkheid om PAK-houdende specie op de kant te zetten zonder de streefwaarde te overschrijden. Dit is het sterkst in geval van bouwland op klei, maar geldt in mindere mate voor de beide grasland categorieen.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl

( 1997-07-31 )