Miriam en Dennis hebben een baby
Miriam en Dennis hebben een kind gekregen!
Miriam en Dennis zijn blij.
Vandaag is hun baby geboren.
Het is een meisje.
Ze heet Nikki.
Dennis gaat meteen naar het gemeentehuis.
Hij vertelt dat de baby is geboren.
Daar krijgt hij de folder over de hielprik.
De baby is bijna een week
De baby is bijna een week oud
De baby is nu bijna een week oud.
De baby kan nu een hielprik krijgen.
Met de hielprik wordt gekeken naar 18 ernstige ziektes.
Maar er bestaan veel meer ziektes.
De hielprik kijkt niet naar alle ziektes.
De mevrouw vertelt over de hielprik
Waarom een hielprik?
Voor de hielprik neemt iemand van het consultatiebureau wat bloed af bij baby Nikki.
In dit bloed kijken ze of Nikki een ernstige ziekte heeft.

De hielprik zoekt naar ernstige ziektes.
Deze ziektes zijn niet te genezen. Gelukkig komen ze niet vaak voor.
Als een baby deze ziekte heeft, krijgt het medicijnen of speciaal eten.
Het is belangrijk hier snel mee te beginnen. Dat is belangrijk voor de gezondheid van de baby.

Het is belangrijk om de hielprik te doen.
De hielprik is gratis. De hielprik is vrijwillig.
Als jij geen hielprik wilt, kun je dat tegen de mevrouw van het consultatiebureau zeggen.
De mevrouw heeft het kaartje van de hielprik in haar hand
Wie doet de hielprik?
Iemand van het consultatiebureau komt thuis bij Miriam en Dennis.
Zij doet de hielprik.

Soms maakt het consultatiebureau eerst een afspraak voor de hielprik.
Maar soms komt iemand van het consultatiebureau zonder afspraak bij jou thuis.
Soms doen ze de hielprik in het ziekenhuis.

Ook de verloskundige of de kraamverzorgster doet soms de hielprik.

Als jouw baby thuis is, wordt eerst de gehoorscreening gedaan en daarna de hielprik.
Lees hier meer over in de folder over de gehoorscreening.
De baby krijgt een hielprik
Hoe gaat de hielprik?
Iemand van het consultatiebureau geeft een prikje in de voet van baby Nikki.
Er komt bloed uit de hiel.
Het doet even pijn.
Nikki gaat een beetje huilen.
Het bloed moet op zes cirkels van het hielprikkaartje komen.

Als het hielprikkaartje gevuld is met de druppels bloed, gaat het in een envelop.
De medewerker van het consultatiebureau stuurt het naar het laboratorium.
Daar onderzoeken ze het bloed.
Ze kijken naar de ziektes.
Drager zijn maar niet ziek
Drager zijn, maar niet ziek
Soms is een baby drager van een ziekte.
De baby is dan niet ziek.

Dragers zijn zelf niet ziek.
Wel kunnen kinderen van dragers ziek zijn of worden.

Met de hielprik kunnen ze kijken of jouw kind drager is van de ziekte bloedarmoede.
Wil je niet weten of jouw baby drager is van de ziekte bloedarmoede?
Zeg het tegen de medewerker van het consultatiebureau.

Hier kan jouw verloskundige of dokter je meer over vertellen.
Is alles goed?
Is alles goed?
Als je na ongeveer vier weken niets hoort, is de uitslag goed.

Als ze in het bloed niet goed kunnen zien of de baby een ziekte heeft doen ze de hielprik nog een keer.

Jouw huisarts belt jou als de uitslag niet goed is.
Dan moet jouw baby naar het ziekenhuis voor meer onderzoek.
Daarna weet jij zeker of jouw baby de ziekte heeft of niet.
Miriam en Dennis lopen langs de huisarts
Een goede gezondheid
Een baby kan ook een andere ziekte hebben of krijgen.
De hielprik kijkt niet naar alle ziektes.

Ga naar jouw huisarts als jij denkt dat er iets niet goed is met jouw baby.
Het kaartje van de hielprik in de kast
Wat doen ze met het kaartje van de hielprik?
Het hielprikkaartje met het bloed van jouw baby blijft 5 jaar in het laboratorium.
Voor onderzoek naar ziektes bij baby's.
Dit gebeurt anoniem, dus zonder naam en adres van jou en jouw baby.

Als je dit niet wilt kun je dat tegen de medewerker van het consultatiebureau zeggen.
Het kaartje moet wel 1 jaar in het laboratorium blijven voor controle.
Na 1 jaar wordt het kaartje weggegooid.