Mensen die met nanomaterialen werken kunnen er direct mee in aanraking komen. Het RIVM onderzoekt of dit gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. Ook houdt het de (inter)nationale ontwikkelingen op dit gebied scherp in de gaten.

Weinig bekend over blootstelling en risico's

Er is nog redelijk weinig bekend of werken met nanomaterialen gezondheidsrisico’s kan veroorzaken. Er is bijvoorbeeld geen goed overzicht van bedrijven die met nanomaterialen werken. Wel weten we dat het risico op de werkplek groter is als werknemers nanodeeltjes kunnen inademen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij het werken met nanomaterialen in poedervorm. Ook kan dit bij spray-toepassingen (zoals spuitverf) en bij het bewerken van materialen waar nanodeeltjes in zitten.

Het is moeilijk om blootstelling aan nanomaterialen op de werkplek te meten en te karakteriseren. Daarvoor is vaak een combinatie van verschillende meetapparaten nodig. Daarnaast is maar van een paar nanodeeltjes de schadelijkheid onderzocht. Gegevens van een stof in niet-nanovorm geven niet direct begrip in het risico van nanodeeltjes van deze stof. Een chemische stof kan in nanovorm uit verschillende groottes en vormen bestaan. Elk van deze nanovormen heeft unieke eigenschappen en speciale risico’s.

Dit maakt het moeilijker om gezondheidskundige grenswaarden te bepalen voor blootstelling aan nanodeeltjes op het werk. Voor maar een paar nanomaterialen zijn nanospecifieke gezondheidskundige grenswaarden. De meeste hiervan zijn niet direct onderdeel van de wet. De WHO World Health Organization (World Health Organization) geeft een overzicht van gezondheidskundige grenswaarden in de richtlijn “WHO guidelines on protecting workers from potential risks of manufactured nanomaterials.

Hulpmiddelen om de blootstelling en mogelijke risico’s te schatten

De wet verplicht de werkgever om zijn werknemers een veilige werkplek te bieden. Maar er zijn nog veel onzekerheden over gezondheidsrisico’s van nanomaterialen. Daarom is het belangrijk om de blootstelling uit voorzorg te minimaliseren. Daar zijn meerdere hulpmiddelen voor.

Het ministerie van SZW Sociale zaken en werkgelegenheid (Sociale zaken en werkgelegenheid) biedt het Arboportaal aan. Deze website geeft informatie over goede arbeidsomstandigheden. Het geeft bijvoorbeeld algemene informatie om arbeidshygiëne te verbeteren. Een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E Risico-Inventarisatie en Evaluatie (Risico-Inventarisatie en Evaluatie)) vormt hiervoor de basis. Een RI&E is ook nodig als met nanomaterialen wordt gewerkt.

Speciaal voor nanomaterialen is er de ‘Handreiking veilig werken met nanomaterialen en -producten. Deze is in opdracht van VNO-NCW Confederation of Netherlands Industry and Employers (Confederation of Netherlands Industry and Employers), FNV Dutch Organisation of Trade Unions (Dutch Organisation of Trade Unions) en CNV Christelijk Nationaal Vakverbond (Christelijk Nationaal Vakverbond) gemaakt, met subsidie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Arbeidshygiënisten kunnen ook gebruik maken van de meetstrategie. In deze meetstrategie staat hoe bedrijven het beste nanomaterialen kunnen meten. Deze is in 2014 als onderdeel van NanoNextNL ontwikkeld.

Ook op internationaal niveau zijn er verschillende documenten die kunnen helpen om de risico’s van het werken met nanomaterialen te schatten. Een voorbeeld is de hierboven al genoemde WHO-richtlijn. Daarnaast zijn er Europese handreikingen voor veilig werken met nanomaterialen voor werknemers en voor werkgevers en arboprofessionals.

In 2019 is, in opdracht van het ministerie van SZW de website NanoToolSelector ontwikkeld. Deze website geeft informatie over meer dan 40 verschillende instrumenten en handreikingen voor risicobeoordeling van nanomaterialen op de werkplek. Ook is er een keuzehulp te vinden, waarmee bedrijven geschikte instrumenten voor hun eigen risicobeoordeling kunnen kiezen.

Tijdelijke Nanoreferentiewaarden

Het RIVM heeft in 2010 Tijdelijke Nanoreferentiewaarden (NRV’s Tijdelijke Nanoreferentiewaarden (Tijdelijke Nanoreferentiewaarden)) afgeleid voor de 23 meest gebruikte nanomaterialen. Deze waarden zijn alleen bedoeld als een praktisch richtwaarde. Ze verzekeren niet dat een blootstelling beneden deze waarde veilig is. Toch heeft de Sociaal Economische Raad-commissie Arbeidsomstandigheden geadviseerd het gebruik van de NRV’s aan te moedigen als grenswaarden voor nanomaterialen nog ontbreken.

In 2016 heeft KIR kennis- en informatiepunt risico’s van nanotechnologie (kennis- en informatiepunt risico’s van nanotechnologie)-nano, in opdracht van het ministerie van SZW, een beoordeling van de NRV’s in gang gezet. De onderzoeksorganisaties TNO en Bureau KLB hebben deze beoordeling gedaan. Zij gaven aan dat een nieuwe versie van de NRV’s nodig is. KIR-nano werkt nu aan het aanpassen van de NRV’s door gezondheidskundige richtwaarden voor groepen van nanomaterialen te bepalen.

Kennis delen

Het RIVM is als samenwerkingspartner betrokken bij Nanocentre. Nanocentre geeft informatie voor het MKB midden- en kleinbedrijf (midden- en kleinbedrijf) over veilig werken met nanomaterialen. Binnen het werkveld arbeidshygiëne bestaat een ‘Deskundigenplatform Arbo’. Wetenschappelijk experts komen in dit platform twee keer per jaar bij elkaar. De groep deelt kennis, zoekt naar samenwerking en levert wetenschappelijk commentaar. Reden voor commentaar kunnen bijvoorbeeld Tweede Kamervragen en -moties zijn.