De laatste jaren is een toenemend aantal toepassingen en producten beschikbaar gekomen waarin of waarvoor nanomaterialen worden gebruikt. Mogelijke risico’s van deze materialen voor mens en milieu zijn momenteel nog onvoldoende bekend. Met het vaststellen van de “Aanbeveling Inzake de Definitie van Nanomateriaal" heeft de EC European Commission (European Commission) in oktober 2011 een belangrijke stap gezet om verder te komen met de risicobeoordeling van nanomaterialen.

Wel zijn er een aantal wetenschappelijke aspecten die extra aandacht verdienen om een volgende stap te maken in het inpassen van de definitie in wet- en regelgeving: 

  • Zijn huidige technieken om stoffen te meten geschikt voor nanomaterialen? Er is een grote diversiteit aan technieken en meetmethoden waarvan nu nog onduidelijk is wanneer welke methode het meest geschikt is.
  • In welke fase van de levenscyclus, van productie tot gebruik, worden materialen getoetst aan de definitie? Het is niet voldoende om eenmalig tijdens de levenscyclus vast te stellen of het een nanomateriaal betreft, omdat de grootte van (nano)deeltjes kan veranderen tijdens de cyclus.
  • Wat zegt de definitie over risico’s van nanomaterialen? De huidige definitie is  gebaseerd op een percentage deeltjes kleiner dan 100 nm en heeft niet tot doel de risico’s van nanomaterialen in kaart te brengen. De keuze voor deze grens is pragmatisch en is onvoldoende met wetenschappelijk bewijs onderbouwd. Om een uitspraak te kunnen doen over risico’s, is meer inzicht nodig in de relatie tussen deeltjesgrootte van materialen en (milieu)gezondheidseffecten.

Zie ook

Regelgeving van nanomaterialen vraagt meer dan definitie alleen