We kunnen de bodem en ondergrond veel beter, duurzamer benutten. Bodem en ondergrond in Nederland worden steeds meer gebruikt, bijvoorbeeld om delfstoffen te winnen of om er energie, aardgas en CO2 carbon dioxide (carbon dioxide) in op te slaan. Om de beschikbare ruimte duurzaam te gebruiken, is het van belang om de activiteiten onder en boven de grond op elkaar af te stemmen. Zo kunnen we de eigenschappen van de bodem zo goed mogelijk te benutten.

Warmte in de ondergrond

Zo kunnen we glastuinbouw, kantoren of nieuwe woonwijken het beste ontwikkelen op plaatsen waar veel warmte in de ondergrond voorkomt. Daarbij moeten we er wel op letten dat die bodem stevig genoeg is, anders krijgen we vroeg of laat te maken met grote onderhoudskosten aan rioleringen, kabels en leidingen.

Landbouwgrond

Vanuit het oogpunt van duurzaamheid zouden we de goede landbouwgronden moeten behouden voor de landbouw. Gronden die daar minder geschikt voor zijn, zouden gebruikt kunnen worden voor nieuwe ruimtelijke ontwikkeling, woonwijken, bedrijfsterreinen of natuur.

Kaartbeelden

De overheid ontwikkelt momenteel een Structuurvisie voor de Ondergrond (STRONG). Het RIVM heeft kenmerken van de bodem en ondergrond geïnventariseerd die daarbij van belang kunnen zijn. De kenmerken zijn in de vorm van kaartbeelden weergegeven in het rapport Bodem, ecosysteemdiensten en ruimtelijke keuzen.

Deze kaartbeelden geven inzicht in kenmerken die relevant zijn voor afwegingen welke activiteiten het beste op welke locaties kunnen worden uitgevoerd. De invloed van de diverse ruimtelijke kenmerken zou daarvoor vertaald moeten worden naar extra maatschappelijke kosten en baten. Op die manier kan bovendien rekening worden gehouden met een opeenstapeling van kenmerken.