Mondiale maatregelen om de uitstoot van ozonafbrekende stoffen te beperken, helpen om de stijging van het aantal huidkankergevallen af te remmen. Toch neemt het aantal huidkankerpatiënten de komende decennia met enkele tientallen procenten toe. Dit komt voor een belangrijk deel doordat mensen zich steeds meer blootstellen aan de zon.

De laatste inzichten met betrekking tot ozon en ultraviolette straling (UV ultraviolet (ultraviolet)) zijn samengebracht in een brochure die het KNMI Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut), het RIVM en het ministerie van Infrastructuur en Milieu op 16 september uitbrengen in het kader van de Wereld Ozondag.

Naast het veranderde zongedrag zorgt ook vergrijzing ervoor dat het aantal huidkankergevallen toeneemt. De ozonafbraak van de afgelopen tientallen jaren zal vooral rond het midden van deze eeuw bijdragen aan de verdere toename. De effecten van ozonafbraak zijn veel kleiner dan zonder mondiale maatregelen het geval zou zijn geweest.

Montreal Protocol

De ozonlaag beschermt ons tegen schadelijke UV-straling in zonlicht. Sinds ongeveer 1980 is de ozonlaag dunner geworden door menselijk handelen. Om dit tegen te gaan, zijn wereldwijd maatregelen genomen die in 1987 zijn vastgelegd in het Montreal Protocol.

Die maatregelen zijn succesvol: de ozonlaag wordt niet nóg dunner en er zijn tekenen van beginnend herstel. In Nederland is de UV-straling sinds 1980 met 5 tot 10 procent toegenomen. Beginnend herstel van de ozonlaag leidt nog niet tot afname van UV-straling, omdat veranderingen in bewolking dat effect grotendeels teniet doen.

Zonder de mondiale ozonmaatregelen hadden we rekening moeten houden met een verdubbeling van het aantal gevallen van huidkanker na het midden van deze eeuw en een verviervoudiging aan het eind ervan.

Klimaat

Naast het beschermen van de ozonlaag heeft het Montreal Protocol heeft ook een succesvolle bijdrage geleverd aan het beperken van klimaatverandering. De stoffen die de ozonlaag aantasten zijn namelijk ook sterke broeikasgassen. Het gebruik ervan is door het Montreal Protocol met meer dan 97% verminderd sinds 1987.