Go to abstract

Samenvatting

De doelstelling van het CARMA project, waarin de effecten van logistiek slachten worden bestudeerd, is het adviseren van de overheid over de effectiviteit en doelmatigheid van maatregelen die zijn gericht op het terugdringen van campylobacteriose in de Nederlandse bevolking. Logistiek slachten is een methode waarbij koppels vleeskuikens worden onderzocht op besmetting met Campylobacter, waarna positief geteste koppels aan het einde van de dag of op een andere locatie worden geslacht. Daarmee wordt kruisbesmetting in het slachthuis beperkt. Echter, tengevolge van de lange periode (twee weken of meer) die verloopt tussen bemonstering van koppels op de boerderij en aflevering van deze koppels op het slachthuis wordt slechts een-derde van de ge6nfecteerde koppels als zodanig herkend. Dientengevolge wordt een gering effect verwacht van logistiek slachten op de prevalentie van Campylobacter op kippenkarkassen. Bovendien blijkt dat de aantallen Campylobacter op een karkas - en daarmee de volksgezondheidsrisico's - na kruiscontaminatie aanzienlijk lager zijn dan op een karkas van een koppel dat bij aanvoer op het slachthuis besmet is. Een combinatie van logistiek slachten en een kiemreducerende behandeling van karkassen na het slachten kan aanzienlijk bijdragen aan reductie van het risico. Deze gecombineerde maatregel is alleen effectief wanneer een gevoelige test wordt gebruikt die zo kort mogelijk voor het slachten wordt ingezet. Een dergelijke test is momenteel nog niet beschikbaar. Daarnaast zijn er wettelijke beperkingen die het gebruik van chemische decontaminatie momenteel verhinderen. Het toepassen van een kiemreducerende behandeling op alle koppels voorkomt de noodzaak tot testen op besmetting met Campylobacter spp., wat kan leiden tot lagere kosten en minder ingewikkelde procedures. Echter, sommige kiemdodende behandelingen kunnen een negatief effect hebben op de kwaliteit van het product. Het optimaliseren van de combinatie van logistiek slachten en kiemreducerende behandelingen vormt onderwerp van nader onderzoek in het CARMA project.

Abstract

The goal of the CARMA project, within which logistic slaughter was studied here, is to advise the Dutch government on the effectiveness and efficiency of measures aimed at reducing campylobacteriosis in the Dutch population. Logistic slaughter is a method aimed at reducing the health risk to consumers of Campylobacter spp. on chicken meat. Testing all broiler flocks and slaughtering all positively tested flocks either at the end of the day or at another location is one method to reduce cross-contamination in the slaughterhouse. However, only one-third of all infected flocks at the age of slaughter is tested positive. This is due to the long delay (two weeks or more) between sampling done on broiler flocks at the farm and delivery of these flocks to the slaughterhouse. As a consequence, the expected effect of logistic slaughter on the prevalence of Campylobacter spp. on chicken carcasses is limited. Furthermore, since the number of campylobacters on a cross-contaminated carcass is considerably lower than on a carcass from a flock that was contaminated upon arrival at the slaughterhouse, this will have little effect on public health. Public health risks could, however, be considerably reduced through a combination of logistic slaughter and germicidal treatment after slaughter of carcasses from positively tested flocks. This combined strategy is only effective when a highly sensitive test is used with a minimum delay between sampling and processing. Germicidal treatment of all flocks circumvents the need for testing, thereby reducing costs and complexity. However, product quality or acceptability may be negatively influenced and the treatment itself incurs costs. Optimising the combination of logistic slaughter and germicidal treatment, while also taking legal aspects into consideration, will be the subject of further studies in the CARMA project.

Resterend

Grootte
718KB