Go to abstract

Samenvatting

Tussen september 2009 en september 2010 zijn in een pilot de concentraties van 53 zogeheten Persistent Organic Pollutants (POP) in lucht en regenwater in Nederland gemeten. Deze stoffen zijn moeilijk afbreekbaar in het milieu en kunnen schadelijk zijn voor mens of milieu. De pilot is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van I&M voor het UN-ECE/EMEP meetprogramma (European co-operative programme for Monitoring and Evaluation of the long-range transmission of air Pollutants). Doel was om zicht te krijgen op de achtergrondconcentraties van POP in Nederland. Op basis van de resultaten en de kosten van de metingen is besloten in Nederland geen permanent EMEPmeetpunt voor de onderzochte POP in te richten. Onderzochte stofgroepen POP Voor de pilot zijn bemonstering- en analysemethoden ontwikkeld en uitgevoerd. De POP zijn gemeten op het meetpunt De Zilk van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML). Dit bestaande meetpunt is geschikt om dit soort stoffen op achtergrondniveau te meten. Het ging hierbij om verschillende stofgroepen van POP: Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK), die vrij kunnen komen bij verbrandingsprocessen; Poly geBromeerde Difenyl Ethers (PBDE), die als vlamvertragers in huishoudelijke producten worden toegepast; PolyChloor Bifenylen (PCB), in het verleden onder andere gebruikt in transformatoren; en andere gechloreerde koolwaterstoffen, die vooral als bestrijdingsmiddel gebruikt zijn. Achtergrondconcentraties POP in Nederland laag De huidige achtergrondconcentraties van de POP-stoffen zijn in de Nederlandse lucht en het regenwater laag, soms zodanig dat ze niet kunnen worden aangetoond in de metingen. Bovendien zijn de aantoonbare concentraties gedaald ten opzichte van de periode 1999-2001. Voor de meeste POP bestaan geen wettelijke normen voor de concentratie in lucht en regenwater; alleen voor benzo(a)pyreen in lucht. Deze normwaarde van 1 nanogram per kubieke meter is tijdens de gehele onderzoeksperiode niet overschreden.

Abstract

Between September 2009 and September 2010, the concentrations of 53 socalled Persistent Organic Pollutants (POP) in air and rainwater in the Netherlands have been measured in a pilot study. These substances degrade slowly in the environment and can be harmful for mankind or environment. The pilot was by order of the Ministry of I&M within the framework of the UN-ECE/EMEP measurement program (European co-operative programme for Monitoring and Evaluation of the long-range transmission of air Pollutants). The objective was to get an idea of the background concentrations of POP in The Netherlands. At this moment based on the results of the study and the costs of the measurements, it was decided not to continue the measurements of these POP.

Examined POP
For this pilot sampling- and analytical methods were developed and performed. The POP were measured at De Zilk, a location of the Dutch National Airmonitoring network (LML). This existing location is suitable measuring background levels of POP. The focus was on different substance groups of POP: Polycyclic Aromatic Hydrocarbons (PAH), possible released at combustion processes; Poly Brominated Diphenyl Ethers (PBDE), used as flame retardant in household items; PolyChlor Biphenyls (PCB), formerly use in for instance transformers and chlorinated hydrocarbons mainly used as pesticides.

Background concentrations POP in the Netherlands low
The actual background concentrations of the POP-substances in the Dutch air and rainwater are low, sometimes even too low to measure. Moreover, the concentrations have declined since the period 1999-2001. For most POP, no legal standards exist for the concentration in air and rainwater, only for benzo[a]pyrene in air. This standard of 1 nanogram per cubic meter was not exceeded during the whole measurement period.

Resterend

Grootte
659KB