Biogas is een vernieuwbare bron van energie. Het biedt kansen om CO2 carbon dioxide (carbon dioxide) uitstoot terug te brengen, terwijl bio-afval nuttig wordt hergebruikt. Een mogelijk nadeel van biogasproductie is dat het restproduct milieuverontreiniging kan veroorzaken wanneer het als meststof wordt gebruikt. Het RIVM draagt bij aan een betere beoordeling van de schadelijkheid van dit zogenoemde digestaat.

Biogas is een vernieuwbare bron van energie. Het biedt kansen om CO2-uitstoot terug te brengen, terwijl bio-afval nuttig wordt hergebruikt. Een mogelijk nadeel van biogasproductie is dat het restproduct milieuverontreiniging kan veroorzaken wanneer het als meststof wordt gebruikt. Het RIVM draagt bij aan een betere beoordeling van de schadelijkheid van dit zogenoemde digestaat.

Zo werkte het RIVM mee aan de ontwikkeling van een protocol (Protocol beoordeling stoffen Meststoffenwet) voor de beoordeling van grondstoffen voor de productie van biogas. Het protocol is aangenomen, wat betekent dat er nieuwe regels zijn voor de beoordeling of materialen uit afval- en reststromen veilig zijn voor de productie van biogas. De eventuele risico’s van digestaten worden hierdoor realistischer beoordeeld.

Oude en nieuwe situatie

In de oude situatie werd bio-afval streng beoordeeld voor het in de vergisters ging. Wanneer maïsstengels bijvoorbeeld een kleine hoeveelheid bestrijdingsmiddelen bevatten, werden zij ongeschikt bevonden als basis voor biogasproductie. In de nieuwe situatie wordt gekeken in hoeverre schadelijke stoffen uiteindelijk terug te vinden zijn in het restproduct en de bodem, na gebruik als mest. Wanneer blijkt dat er door de stoffen geen risico’s voor mens en milieu ontstaan, kunnen de stengels als grondstof voor biovergisting worden gebruikt.

Er komen hierdoor meer grondstoffen in aanmerking voor bio vergisting en er kan meer biogas geproduceerd worden bij gelijkblijvende risico’s. Dit past bij het Europese en Nederlandse streven naar een circulaire economie.

Er zijn nog veel kansen onbenut om het gebruik van biogas op een veilige manier uit te bouwen. Hiervoor is het belangrijk dat landen binnen Europa samen optrekken. Binnen de Europese Unie wordt gewerkt aan harmonisatie van terminologie, het opheffen van handelsbeperkingen en het harmoniseren van de beoordeling van grondstoffen voor biovergisting. 

Het RIVM onderzoekt naast schadelijke stoffen ook andere aspecten rond covergisting, zoals externe veiligheid en pathogene micro-organismen.

Samenwerking

Bij het adviseren van beleidsmakers over biovergisting bouwt het RIVM op een brede systeemkennis over de effecten van stoffen op mens en milieu. Het RIVM werkt op dit terrein samen met de Commissie Deskundigen Meststoffenwet, Alterra en het Nutriënten Management Instituut.

De gezamenlijke rapporten beschrijven onder andere op welke manier de beoordeling van afval- en meststoffen kan leiden tot optimaal hergebruik en biogasproductie en minimale milieuverontreiniging.