Het RIVM werkt met verschillende partijen aan gezond leven in een gezonde stad. Vaak gebruiken ze daarbij denkmodellen (ook wel conceptuele modellen), die zorgen voor een brede focus. Ze kunnen schaalniveaus met elkaar verbinden en een inkijkje geven in de toekomst. Modellen brengen de ideeën van verschillende partijen overzichtelijk bij elkaar en helpen om de effecten van maatregelen vooraf in te schatten.

Meerdere mogelijkheden ontdekken

Veel deskundigen kiezen een model dat bij hun vakgebied past, zoals gezondheid, duurzaamheid of milieu. Voor een gezonde stad hoeft de focus niet op één specifiek onderwerp te liggen. Het kan helpen om een denkmodel te gebruiken die op meer dan één onderwerp focust, in plaats van bijvoorbeeld alleen op milieu of gezondheid. Door een bredere focus worden vaak meer mogelijkheden voor een gezonde stad zichtbaar en kun je bepalen waar je gezamenlijk aan wilt werken. Bijvoorbeeld een maatregel die de gezondheid bevordert en tegelijk zorgt voor een schoner milieu. 

Model van Van Kamp en Leidelmeijer:

Dit model geeft een overzicht van factoren die de leefomgevingskwaliteit en kwaliteit van leven beïnvloeden. De wisselwerking van de mens en zijn omgeving staat hierbij centraal. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de invloed van groen in de stad op de mentale en lichamelijke gezondheid. Het model is te gebruiken als hulpmiddel om te kijken of alle relevante factoren zijn meegenomen bij de keuze van maatregelen.

Op welk niveau worden maatregelen genomen?

Er zijn ook modellen die het schaalniveau duidelijk maken waarop maatregelen genomen kunnen worden, zoals de provincie, stad of buurt. De effecten op het ene niveau hangen vaak samen met die op een ander niveau. Maatregelen op meerdere niveaus kunnen elkaar versterken. Een denkmodel kan duidelijkheid geven over welke partij welke actie onderneemt om een stad gezond te maken. Verder kan het model laten zien hoe deze acties invloed op elkaar hebben. Als een stad bijvoorbeeld wil werken aan jongeren met een gezond gewicht, is het belangrijk om daar scholen en ouders bij te betrekken.

Het model van Dahlgren en Whitehead:

Dit model laat zien dat gezondheid mede bepaald wordt door bijvoorbeeld het sociale netwerk en de cultuur van een land (van herkomst). Of mensen op straat elkaar kennen, kan invloed hebben op de fysieke gezondheid. Aandacht voor sociale netwerken kan dus ook bijdragen aan een gezonde stad. 

Welke maatregelen houden de stad ook in de toekomst gezond?

Er zijn ook denkmodellen die laten zien wat we nu kunnen doen om iets in de toekomst te bereiken. Zo wordt duidelijk met welke maatregelen een beleidsmaker bijvoorbeeld in kan spelen op trends, zoals de toenemende vergrijzing. Hierbij komt het begrip duurzaamheid aan bod; modellen kunnen helpen schatten hoe duurzaam een maatregel is. Dit draagt bij aan het nemen van maatregelen die de stad ook in de toekomst gezond houden.

Levenscyclusanalyse:

In een levenscyclusanalyse wordt de hele levenscyclus van een product of activiteit bekeken. Van de winning van grondstoffen via het maken van producten en (her)gebruik tot en met afvalverwerking. Met deze methode kan worden bepaald of een maatregel voor een gezonde stad duurzaam is. Voedsel lokaal produceren en consumeren is een voorbeeld van een duurzame maatregel omdat het niet eerst de hele wereld over heeft gereisd.

Bewoners dragen bij aan een gezonde stad

Deskundigen spelen uiteindelijk maar een kleine rol bij het ontwikkelen van een gezonde stad. Lokale partijen en bewoners bepalen of een maatregel in de praktijk echt werkt. Het is belangrijk stadsbewoners er vroeg bij te betrekken – het gaat tenslotte om hún gezondheid, en zij weten het beste wat daarbij helpt. Gaan ze daadwerkelijk meer sporten als er een park in de buurt komt? En blijft de gemeente dit park ook in de toekomst goed onderhouden, zodat het aantrekkelijk blijft? Door lokale partijen en bewoners in het besluitproces te betrekken leren de verschillende partijen elkaar beter kennen en kunnen ze elkaar helpen om samen voor de gezonde stad te gaan. De bevindingen uit modellen vormen de basis om het gesprek met elkaar aan te gaan en gezamenlijk de stad gezond in te richten. Op deze manier kan aan een stad worden gewerkt waar uiteindelijk iedereen beter van wordt.