De onderzoeken worden ingedeeld in categorieën die ieder een eigen gemiddelde effectieve dosis hebben.

De effectieve dosis van nucleair geneeskundig onderzoek hangt af van het gebruikte radiofarmacon en de toegediende activiteit. Daarnaast zijn ook de leeftijd en de stofwisseling van een patiënt van invloed op de effectieve dosis. Om landelijk zoveel mogelijk overeenstemming te bereiken doet de NVNG Nederlandse Vereniging voor Nucleaire Geneeskunde (Nederlandse Vereniging voor Nucleaire Geneeskunde) aanbevelingen ten aanzien van het te gebruiken radiofarmacon en de toe te dienen activiteit (Procedure Guidelines Nuclear Medicine, Esser, 2016). Voor het berekenen van de stralingsdosis gebruiken wij dosisconversiefactoren en de toegediende activiteit voor een gemiddelde persoon die gebaseerd zijn op deze aanbevelingen.

 

In Tabel 1 zijn de gewogen gemiddelde effectieve doses per categorie nucleaire onderzoeken weergegeven. Het gewogen gemiddelde is bepaald aan de hand van het aantal onderzoeken vermenigvuldigd met de gemiddelde dosis per onderzoek, dit is gedeeld door het aantal onderzoeken binnen de betreffende categorie.

Tabel 1: Overzicht van de gewogen gemiddelde effectieve dosis (E) per categorie nucleair geneeskundige verrichtingen.

Categorie onderzoek

Gemiddelde effectieve dosis E in mSv millisievert (millisievert)

Cardiovasculair

6,2

Bewegingsapparaat

3,5

PET

4,8

Endocrinologie

3,2

Bloed en afweer

4,3

Ventilatoir

1,0

Hoofd en zenuwstelsel

4,7

Urogenitaal

0,8

Spijsvertering

0,7

Overig

4,7