Er is een nieuwe langetermijnaanpak gemaakt om de risico’s van antimicrobiële resistentie te beperken. Met het Nationale Actieplan Antimicrobiële Resistentie 2024-2030 stelt Nederland tal van acties voor.
Nederland speelt hier de rol van proactieve verbinder en partner. Niet alleen binnen de landsgrenzen, maar ook internationaal. Antimicrobiële resistentie zorgt ervoor dat infecties moeilijker te behandelen zijn, omdat micro-organismen ongevoelig zijn geworden voor antibiotica. Dit wordt ook wel de stille pandemie genoemd, omdat er wereldwijd steeds meer mensen aan resistentie overlijden en het onderwerp desondanks nauwelijks het nieuws haalt.
Het Nationale Actieplan Antimicrobiële Resistentie 2024-2030 is een gezamenlijke inzet van de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)), Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV (Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit)) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat )). Want antimicrobiële resistentie heeft niet alleen te maken met de volksgezondheid, maar bijvoorbeeld ook met de staat van ons water en de gezondheid van dieren en gewassen.
Het plan bouwt voort op bestaand beleid en legt extra nadruk op 3 nieuwe thema’s: het versterken van de samenwerking tussen landen, het verbreden van de focus van antibiotica naar antimicrobiële middelen (dat betekent dat naast bacteriën en virussen ook schimmels en gisten in de aanpak worden meegenomen) en meer aandacht voor plantgezondheid en het milieu.