|   print

Polyfarmacie bij kwetsbare ouderen : Inventarisatie van risico's en mogelijke interventiestrategieën
[  ]
 
Lemmens LC, Weda M

48 p in Dutch   2013

RIVM rapport 080027001
download pdf (3581Kb)  

Toon Nederlands

English Abstract
Improving medication safety for the elderly; some bottlenecks

Many people aged 65 years and over take five or more different medicines (polypharmacy) on a daily basis. Especially in the frail elderly, polypharmacy may entail risks such as avoidable hospitalizations. There are several guidelines and protocols that aim to improve the safe use of medicines. However, some problems hamper their application. This is one of the findings of a RIVM study into the risks of polypharmacy in the frail elderly and into the measures that might limit these risks. The study was conducted at the request of the Dutch Health Care Inspectorate.

Reported problems with polypharmacy
Approximately 30-45 percent of those over 65 (about 750,000 to 1 million people) takes at least five different medicines a day. Nearly 20 percent of the over 75 year olds (about 200,000 people) takes as many as nine or more medicines. A particular concern with polypharmacy in the elderly is that they take too many medicines: they take one or more medicines that are not, or no longer clinically indicated (overtreatment). The opposite, undertreatment, also occurs: people are not prescribed a medicine they need. In some groups of elderly people, such as nursing home residents, over- or undertreatment appears to be as high as 40 percent. Also, harmful drug-drug interactions as well as avoidable side effects are reported to occur in people with polypharmacy.

These problems arise partly because several doctors may prescribe medicines to one patient, and there is insufficient exchange of information about the medicines that have been prescribed, modified or stopped over time. This may be true for the information exchange between health care providers themselves, and between providers and patients or informal caregivers. Other causes include the use of high-risk medication, such as blood thinning medicines and certain painkillers, and health impairments such as renal insufficiency.

Bottlenecks
Bottlenecks that impede the application of guidelines include malfunctioning information technology hindering an adequate electronic information exchange between different care providers. This is for instance the case if a person must stop taking a medicine. In addition, cooperation and communication between the various care providers are not always optimal. For example, agreements between doctors and pharmacists regarding medication reviews may be missing. Furthermore, time and funding to implement certain guidelines, such as an annual medication review, may be lacking. Nor is it clear what combination of factors poses the highest risk for elderly with polypharmacy.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
Verbeteren van medicatieveiligheid voor ouderen kent knelpunten

Veel 65-plussers gebruiken dagelijks 5 of meer verschillende geneesmiddelen (polyfarmacie). Vooral bij kwetsbare ouderen kan dit risico's met zich meebrengen, zoals onnodige ziekenhuisopnamen. Er bestaan diverse richtlijnen en handreikingen die een veilig gebruik van medicatie kunnen verbeteren. Enkele knelpunten bemoeilijken echter dat de aanwijzingen in deze documenten worden uitgevoerd. Dit blijkt uit onderzoek van het RIVM naar risico's van polyfarmacie bij kwetsbare ouderen en naar maatregelen die deze risico's kunnen beperken. Het onderzoek is op verzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) uitgevoerd.

Gemelde problemen bij polyfarmacie
Ongeveer 30-45 procent van de 65-plussers (zo'n 750.000 tot 1 miljoen mensen) gebruikt 5 of meer verschillende geneesmiddelen. Voor bijna 20 procent van de 75-plussers loopt dit aantal op tot meer dan 9. Dat komt neer op ongeveer 200.000 mensen. De meest frequente problemen bij ouderen met polyfarmacie zijn dat ze te veel medicijnen innemen: men gebruikt één of meer geneesmiddelen die niet, of niet meer, nodig zijn (overbehandeling). Ook kan er sprake zijn van onderbehandeling: dan is een geneesmiddel wél nodig, maar wordt het niet voorgeschreven. Voor sommige groepen ouderen, zoals bewoners van verzorgingshuizen, blijkt dat ongeveer 40 procent van hen wordt over-of onderbehandeld. Ook wordt een ongunstige wisselwerking tussen verschillende geneesmiddelen, evenals vermijdbare bijwerkingen als probleem bij mensen met polyfarmacie gemeld.

Deze problemen ontstaan onder andere doordat soms meerdere artsen geneesmiddelen aan één patiënt voorschrijven en onvoldoende informatie wordt uitgewisseld welke medicijnen in de loop van de tijd zijn voorgeschreven, gewijzigd of gestopt. Het gaat hier zowel om de informatie-uitwisseling tussen zorgverleners onderling als tussen zorgverleners en patiënt of mantelzorger. Andere oorzaken zijn het gebruik van risicovolle geneesmiddelen, zoals bloedverdunners en bepaalde pijnstillers, en beperkingen in de gezondheid van de patiënt, zoals een verminderde nierfunctie.

Knelpunten
Bij de knelpunten die de uitvoering van de richtlijnen belemmeren gaat het bijvoorbeeld om gebrekkige informatietechnologie, waardoor informatie niet eenvoudig elektronisch kan worden uitgewisseld tussen de verschillende zorgverleners. Dit is bijvoorbeeld het geval als er met een medicijn moet worden gestopt. Daarnaast is de samenwerking en communicatie tussen de diverse zorgverleners niet altijd optimaal. Zo kunnen afspraken tussen artsen en apothekers ontbreken over de uitvoering van medicatiechecks. Verder is er gebrek aan tijd en financiering om bepaalde richtlijnen, zoals voor een jaarlijkse medicatiecheck, uit te voeren. Ook is niet duidelijk welke combinatie van factoren nu het allerhoogste risico vormen voor ouderen met polyfarmacie.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
( 2013-07-23 )