English Abstract In the Netherlands, several initiatives have emerged that aim to rearrange health services and promote intersectoral collaboration at regional level. These initiatives focus on the health needs of a specified population, resembling the ideas of population (health) management. The main goal is to improve population health and quality of care and to control health care costs. The Dutch Ministry of Health, Welfare and Sport designated nine of these initiatives as 'pioneer sites'. In the coming years, the National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) will monitor these sites in order to get insight into the implementation process, the determinants of successful population management in the Dutch context, and the impact of the initiatives in terms of population health, quality of care and health spending.
Currently, the nine pioneer sites are under development. Early 2014, they represent organizational networks including different types of organizations. Agreements were signed to confirm the intended cooperation within the network. All pioneer sites contain primary care organizations, hospitals and a health insurer. Other stakeholders or care providers in the health system, such as local governments, participate to varying degrees.
Each pioneer site identified its target population in one of the following ways: geographically (including all citizens living in one or more municipalities); based on the catchment area of specific care providers; or enrollment in a health insurance program.
Each pioneer site defined a set of programs or themes with accompanying interventions to achieve its goals. The scope of these programs is rather broad and varies between the sites. Often, interventions focus on intermediate goals such as substitution of care (from secondary to primary care), integration of services (possibly including welfare) and improved preventive care. At the start, most interventions concern chronic care, the use of medicines and the organization of care around hospital discharge. The pioneer sites aim to include other domains in the future, such as mental health care and youth care.
In the past months, the pioneer sites have elaborated their project plans. Most interventions will be tested and/or implemented from 2014 onwards. More detailed financing arrangements will be made at the intervention level and at the level of the entire site. As yet, there are no definitive contracts between the health insurers and providers of care that are involved in the sites. Forthcoming contracts may include arrangements with respect to pay for performance or shared savings, but this will become clearer in the near future.
Rapport in het kort
In Nederland zijn verschillende initiatieven gestart om zorg en ondersteuning op regionaal niveau anders vorm te geven. Deze regionale populatiegerichte aanpak wordt ook wel populatiemanagement genoemd. Doel van de initiatieven is de gezondheid van de populatie en de kwaliteit van de zorg te verbeteren en de kosten van de zorg te beheersen. Het ministerie van VWS heeft op voordracht van de zorgverzekeraars negen van deze regionale initiatieven geselecteerd als 'proeftuinen'. Het RIVM volgt deze proeftuinen om beter zicht te krijgen op het implementatieproces, op de succes- en faalfactoren en op het effect van de initiatieven op de gezondheid van de populatie en de kwaliteit en kosten van de zorg.
Op dit moment zijn de proeftuinen sterk in ontwikkeling. Begin 2014 vormen de proeftuinen netwerken, vastgelegd in convenanten of samenwerkingsovereenkomsten. In de proeftuinen nemen veelal eerstelijnszorgorganisaties, ziekenhuizen en zorgverzekeraars deel, in variërende mate aangevuld met andere actoren zoals de gemeente.
De populaties van de proeftuinen zijn op verschillende manieren afgebakend: geografisch (alle inwoners van een of meerdere gemeenten), op basis van het verzorgingsgebied van de betrokken huisartsen of zorggroepen, en ten slotte wordt nog onderscheid gemaakt tussen wel of niet verzekerd zijn bij de betrokken zorgverzekeraar.
Iedere proeftuin heeft verschillende programma's (thema's) en een bijbehorende set interventies opgesteld. De scope van de programma's is breed en varieert tussen de proeftuinen. De interventies richten zich vaak op thema's als substitutie van zorg (verschuiving van zorg van tweede lijn naar eerste lijn), integratie van zorg (eventueel met welzijn) en preventie. In eerste instantie worden de interventies vooral toegepast op chronische zorg, medicatiegebruik en zorg rondom ontslag. De proeftuinen richten zich grotendeels nog op de eerste- en tweedelijnszorg. Wel is er de ambitie om dit gaandeweg uit te breiden met interventies in andere domeinen, zoals GGZ en jeugdzorg.
De projectplannen van de proeftuinen zijn de afgelopen maanden verder uitgewerkt en de eerste interventies worden vanaf 2014 getest en/of geïmplementeerd. Nog niet voor alle geplande interventies is (structurele) financiering verworven. Vooralsnog zijn er tussen de deelnemende zorgaanbieder(s) en zorgverzekeraars in de proeftuinen geen definitieve afspraken gemaakt over uitkomstbekostiging en shared savings. Er zijn op dit gebied wel (voorzichtige) ontwikkelingen gaande, maar het is nog onduidelijk welke vorm dit gaat krijgen.