|   print

Farmacotherapie: Collegiale levering door apothekers en effecten van de circulaire : Een veld in beweging
[  ]
 
Lamme EK, Weda M

28 p in Dutch   2014

RIVM rapport 2014-0158
download pdf (335Kb)  
Alleen digitaal verschenen  

Toon Nederlands

English Abstract
Only registered medicines are allowed to be used in the Netherlands, which means they must be approved by the Medicines Evaluation Board (MEB). However, pharmacists are allowed to prepare medicines on a small scale for their own patients if these patients would not benefit from a registered, industrially prepared product. In such situations, it is increasingly common for pharmacists to supply a medicine that has been prepared in another pharmacy. This practice is known as pharmacy-topharmacy supply ('collegiale levering') and is not permitted under Dutch law, which only allows for the direct dispensation of medicines to the pharmacy's own patients.

A survey performed by the Dutch National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) shows that some products supplied in this manner do not offer any added value compared to registered medicines. In 2007 strict rules were introduced for the pharmacy-to-pharmacy supply of pharmacy preparations. As a result, the percentage of pharmacy preparations supplied in this manner has decreased from 52 to 33 percent. These rules are aimed at protecting the interests of patients and were drawn up by the Dutch Health Care Inspectorate (IGZ) in consultation with the Ministry of Health, Welfare and Sport. Pharmacy-to-pharmacy supply of medicines is only permitted if no registered alternatives exist, or if sufficient evidence is available that patients would not benefit from the registered alternatives.

Some pharmacists have stopped supplying their preparations to other pharmacies because they were unable to comply with the conditions imposed by IGZ. Other pharmacists have prepared 'product files' in order to demonstrate that they comply with these conditions.

The RIVM survey was performed based on the information in these files. A product regarded by RIVM as not offering any added value (because such added value has not been properly substantiated in the product file) may turn out to be useful and necessary after all during an IGZ inspection. Healthcare professionals may also indicate that specific products fulfil a need. In such cases, the product file must be updated to include the relevant information.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
In Nederland mogen alleen geregistreerde geneesmiddelen in de handel worden gebracht, wat wil zeggen dat ze moeten zijn goedgekeurd door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen. Wel is het toegestaan dat apothekers zelf op kleine schaal geneesmiddelen bereiden voor eigen patiënten als deze niet gebaat zijn bij een geregistreerd, industrieel bereid product. Tegenwoordig wordt hiervoor steeds vaker een product afgeleverd dat in een andere apotheek bereid is. Deze zogeheten collegiale levering is volgens de wet niet toegestaan. Het gaat hier immers niet om een rechtstreekse verstrekking aan eigen patiënten van een apotheek.

Uit een inventarisatie van het RIVM blijkt dat een aantal producten dat collegiaal wordt geleverd geen meerwaarde heeft ten opzichte van geregistreerde producten. Sinds 2007 is het aandeel van dit type producten afgenomen van 52 naar 33 procent. Dat komt doordat vanaf dat jaar een aantal strikte voorwaarden gelden voor de collegiale leveringen van apotheekbereidingen. Deze voorwaarden zijn in het belang van patiënten bepaald door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) met het ministerie van VWS. Zo mag het middel alleen worden verstrekt als er geen geregistreerd alternatief voor bestaat, of als voldoende is bewezen dat de patiënten niet gebaat zijn bij de geregistreerde alternatieven.

Een deel van de apothekers heeft de collegiale leveringen van eigen bereidingen gestaakt omdat ze niet aan de voorwaarden van de IGZ konden voldoen. Andere apothekers hebben, conform de restricties, onder andere 'productiedossiers' samengesteld om aan te tonen dat ze aan de voorwaarden voldoen.

De inventarisatie is gemaakt op basis van de in de productdossiers aanwezige informatie. Tijdens de IGZ-inspecties kan blijken dat een product waar het RIVM geen meerwaarde in ziet omdat het niet als zodanig in het productdossier is onderbouwd, toch als nuttig en noodzakelijk kan worden beschouwd door de IGZ. Ook de beroepsgroepen kunnen aangeven dat bepaalde producten in een behoefte voorzien. Productdossiers zouden dan wel met deze informatie moeten worden aangevuld.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
( 2015-10-14 )