|   print

Zeer Zorgwekkende Stoffen : Screening op aanwezigheid in het milieu
[  ]
 
van Leeuwen LC

118 p in Dutch   2015

RIVM briefrapport 2015-0178
download pdf (883Kb)  
Alleen digitaal verschenen  

Toon Nederlands

English Abstract
The Dutch government takes priority action in reducing emissions of substances of very high concern ('ZZS substances'). ZZS substances are for example carcinogenic substances and substances that are very persistent, bio-accumulate in organisms and are toxic (PBT-substances). Examples of these substances are the solvent benzene or brominated flame retardants.

The Dutch policy on ZZS substances aims to minimize the emissions of these substances to the environment as much as possible, such that their environmental concentrations in the Netherlands are brought (or maintained) below a negligible risk level.

RIVM investigated which ZZS are relevant in the Dutch environment. Relevant ZZS are the ZZS which are emitted to the environment due to production and use, unintentional formation or ZZS which are found in the environment.

The analysis showed that many of the ZZS are (potentially) relevant because environmental emissions cannot be excluded. The relevant ZZS have a varied use pattern, which gives difficulties in defining the next step in the process.

RIVM suggests a number of possibilities for further research, including researching dyes, research into policy possibilities for sound management of ZZS and comparing various prioritization methods for substances of concern.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
De Nederlandse overheid pakt Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) met voorrang aan. Het RIVM heeft daarom onderzocht welke stoffen binnen de ZZS direct aandacht vragen. Dat is het geval als ze vrijkomen of in Nederland in het milieu aanwezig zijn. Bij het merendeel van de onderzochte ZZS kan dat niet op voorhand worden uitgesloten.

Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) zijn gevaarlijk voor mens en milieu, bijvoorbeeld omdat ze kankerverwekkend kunnen zijn, het voortplantingsproces kunnen schaden of zich in de voedselketen kunnen ophopen. Voorbeelden van ZZS zijn het oplosmiddel benzeen en broomhoudende vlamvertragers. Doel van het overheidsbeleid is om deze stoffen zoveel mogelijk uit de Nederlandse leefomgeving te weren. Dit gebeurt onder meer door ZZS door minder gevaarlijke stoffen te vervangen, of door in vergunningen regels te stellen om lozingen op water en uitstoot naar de lucht te beperken.

Voor Nederland relevante ZZS vragen als eerste aandacht. Deze stoffen worden gemeten in het milieu, of komen mogelijk vrij als gevolg van productie en gebruik, of ze ontstaan en komen vrij als onbedoeld bijproduct. Ze kunnen op allerlei plaatsen worden ingezet in de keten van ontwikkeling, productie en gebruik van producten en op uiteenlopende manieren. Dit maakt het moeilijk om aan te geven welke specifieke stoffen of stofgroepen direct aandacht vanuit het beleid vragen om zo risico's voor mens en milieu te verminderen.

Het RIVM draagt daarom verschillende suggesties voor vervolgonderzoek aan. Dit betreft onder andere onderzoek naar de beleidsmogelijkheden om mogelijke risico's verder te beperken van ZZS in het algemeen, en de groep (grondstoffen voor) kleurstoffen in het bijzonder. Ook stelt het RIVM voor om de diverse prioriteringsmethoden die nu voor verschillende categorieën stoffen bestaan (zoals consumentenproducten en stoffen op de werkvloer) te combineren. Op die manier zou preciezer kunnen worden aangegeven welke ZZS voor Nederland relevant zijn.

Op verzoek van de opdrachtgever zijn voor deze screening uitsluitend openbare bronnen over stoffengegevens gebruikt en is de industrie niet om bedrijfsgevoelige informatie gevraagd.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
( 2015-11-25 )