|   print

Kwaliteitscontrole parameters van de Nederlandse Down syndroom screening laboratoria, 2014-2015
[ Quality indicators for Down syndrome screening laboratories in the Netherlands, 2014-2015  ]
 
Carbo E, Bom E

36 p in Dutch   2017

RIVM briefrapport 2017-0068
download pdf (1651Kb)  

Toon Nederlands

English Abstract
The so-called 'combined tests' that the seven Dutch screening laboratories carry out for Down syndrome were carried out in line with the quality requirements in 2014 and 2015. These are the findings of an assessment by RIVM. This meets the directive of the Dutch Ministry of Health, Welfare and Sport to ensure the quality of the combined test.

Since 1 January 2007, the screening for Down syndrome has been available to all pregnant women, as part of a national screening programme. The screening for Edwards' syndrome and Patau's syndrome was added to the programme later. The screening is based on the measurements of a particular hormone and protein level, combined with an ultrasound scan measuring nuchal translucency.

A total of 58955 screening tests were carried out in 2014, plus 60422 in 2015, meaning that 33.0 and 34.7 per cent of pregnant women had combined tests carried out in 2014 and 2015 respectively. This is slightly more than in 2009-2013. The breakdown by age category shows changes in the percentages of women taking part: women aged under the age of 36 were having a test carried out more often in 2015 than in 2007-2014, whereas women aged over 36 were doing so less frequently in 2015. This may possibly be explained by the fact that the test has no longer been included since 2015 in the basic health insurance package for women aged over 36.

The laboratories perform all blood analyses. The risk calculation based on the blood analysis may be performed either by the laboratory or by some of the ultrasound scanning centres in the Netherlands. The risk calculations for 46 percent of the total number of combined tests performed in 2015 were done in the laboratories. This evaluation is only based on the probability calculation as performed by the laboratories.

The age at which the test is most frequently carried out in 2015 varies between the laboratories, with median ages ranging from 31.4 to 32.9. The number of pregnant women that have an increased risk of a child with Down syndrome varies slightly per laboratory (between 4.0 and 5.9 per cent). These differences are caused, among other things, by the average age of participating pregnant women, which differs slightly per region.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
De zogeheten combinatietesten die zeven Nederlandse screeningslaboratoria op downsyndroom uitvoerden voldeden in 2014 en 2015 in het algemeen aan de kwaliteitseisen . Dit blijkt uit een evaluatie van het RIVM. Hiermee wordt voldaan aan de opdracht van het ministerie van VWS aan het RIVM om de kwaliteit van de combinatietest te laten bewaken.

De screening op het syndroom van Down is sinds 1 januari 2007 voor iedereen beschikbaar in een landelijk screeningsprogramma. Later is hieraan de screening op de syndromen van Edwards en Patau aan toegevoegd. Voor de screening worden de concentraties van een hormoon en een eiwit gemeten via een bloedtest en wordt een nekplooimeting via een echo bij de foetus uitgevoerd.

In 2014 zijn in totaal 58955 screeningstests uitgevoerd en in 2015 60422; daarmee liet 33,0 procent (2014) en 34,7 procent (2015) van de zwangeren een combinatie test uitvoeren. Dat is iets meer dan in 2009-2013. Het percentage binnen de verschillende leeftijdscategorieën laat door de jaren heen een verandering zien: vrouwen onder de 36 jaar lieten in 2015 relatief vaker een test uitvoeren dan voorheen, terwijl vrouwen van boven de 36 jaar dat in 2015 relatief minder vaak deden. Dit is mogelijk te verklaren doordat sinds 2015 de test voor vrouwen boven de 36 jaar niet meer in het basispakket van de zorgverzekering valt.

De laboratoria voeren alle bloedanalyses uit. De kansberekening op basis van die bloedanalyse kan óf door het laboratorium óf door een deel van de echocentra in Nederland worden uitgevoerd. Bij de laboratoria heeft de kansberekening in 2015 voor 46 procent van de totaal afgenomen combinatietesten plaatsgevonden. Voor de evaluatie van de kwaliteitsindicatoren waren alleen de gegevens over de kansberekening van de laboratoria beschikbaar.

De leeftijd waarop de test in 2015 het meest frequent wordt afgenomen varieert van 31,4 tot 32,9 jaar tussen de laboratoria. Het aantal zwangeren dat volgens de screeningtest een verhoogde kans heeft op een kind met het syndroom van Down ligt bij alle laboratoria tussen de 4,0 en 5,9 procent. Deze verschillen ontstaan onder andere doordat de gemiddelde leeftijd van zwangeren die voor deze screeningstests kiezen per regio iets verschilt.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
( 2017-06-02 )