|   print

Interlaboratory validation of PrEN 12673: Water quality - Gas Chromatographic determination of some selected chlorophenols in water
[ Interlaboratorium vergelijkingsonderzoek ten behoeve van de validatie van PrEN 12673: Water kwaliteit - bepaling van sommige geselecteerde chloorfenolen in water door gas chromatografie ]
 
Hoogerbrugge R, Ramlal MR, Stil GH, Gort SM, Heusinkveld HAG, van der Velde EG, van Zoonen P

250 p in English   1997

RIVM rapport 219101006

Toon Nederlands

English Abstract
An interlaboratory study was organised to validate the preliminary CEN method PrEN 12673: Water Quality - Gas Chromatographic determination of some selected chlorophenols in water. This intercomparison study on three types of water - drinking water, surface water and waste water - comprised a total of nine samples: a high-level, low-level and blank for each of the three types of water. The level of sample was based on the water quality objectives. The variation of the samples with respect to homogeneity and stability of the components appeared after extensive testing to be negligible in comparison with the variation between the results of the participants. In this data set about 7% of the data were detected as statistical outliers and subsequently rejected. For the remaining data set the relative standard deviations for repeatability varied between 5% and 25% and reproducibility between 25% and 55%. Both these ranges comply with the general variation in interlaboratory studies as found by Horwitz. The recovery of the spikes found by the participants generally varied between 60 and 140%. These differences do not exceed the combined uncertainty between the two values. The data set was also evaluated for differences in results due to the degrees of freedom in the standard method. The largest difference was found between participants performing internal versus external calibration. The latter obtained results that are on average up to 50% lower than the results of the participants applying internal standards. Another degree of freedom in the standard method that should be evaluated was the use of a mass spectrometer (MS) instead of an electron capture detector (ECD). The MS results varied among the components from minus 25% to plus 20% compared to the ECD results.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
Een interlaboratorium vergelijkingsonderzoek is georganiseerd ten behoeve van de validatie van de voorlopige standaard methode PrEN 12673 Water quality - Gas Chromatographic determination of some selected chlorophenols in water. Deze vergelijking is uitgevoerd op drie typen water, namelijk drinkwater, oppervlaktewater en afvalwater. Voor ieder van de drie typen zijn weer drie monsters gemaakt, het originele water en het water waaraan telkens 10-12 chloorfenolen in respectievelijk een hoge en een lage concentratie zijn toegevoegd. Het niveau van de toevoegingen is afgestemd op kwaliteitseisen die voor de diverse typen water zijn vastgelegd. De spreiding in de monsters, als gevolg van mogelijke inhomogeniteit of stabiliteit is uitgebreid getest door het organiserende laboratorium, en bleek verwaarloosbaar ten opzichte van de spreiding in de resultaten van de deelnemers. In de dataset is ongeveer 7% van de data gedetecteerd als statistische uitbijters welke zijn verwijderd. Voor het restant varieren de relatieve standaarddeviaties van herhaalbaarheid tussen de 5 en de 25% en voor reproduceerbaarheid tussen 25% en 55%. Beide ranges zijn in overeenstemming met de algemene spreidingen zoals gevonden door Horwitz. De gemiddelde terugvinding van de spike voor de diverse matrices varieert , tussen 60 en 140% van het toegevoegde gehalte aan chloorfenolen. De dataset is onderzocht op het effect van diverse opties die in de methode zijn toegestaan. Het grootste verschil is aangetroffen tussen het gemiddelde resultaat van de laboratoria die de kalibratie hebben uitgevoerd m.b.v. een interne versus een externe standaard methode. De laatste waren, per component, gemiddeld tot 50% lager dan de deelnemers met een kalibratie gebaseerd op een interne standaard. Een andere optie in de methode betreft het gebruik van een massaspectrometer (MS) in plaats van een electron capture detector (ECD). De MS-resultaten varieren, over de componenten, van min 25% tot plus 20% ten opzichte van de ECD-resultaten.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
( 1997-10-31 )