Rapport in het kort
De radioactiviteitsconcentraties in Maas, Rijn, Roer en
Westerschelde nabij de Nederlandse grens waren in 1984 vrijwel gelijk aan
die in 1983. De totale alfa- en 226-Ra-activiteiten in de Roer liggen iets
hoger dan in Maas en Rijn, als gevolg van lozingen door kolenmijnen. Het
tritiumgehalte van de Maas is, tengevolge van lozingen verhoogd tot ca. 20
kBq/m3. De activiteitsniveaus van de Westerschelde zijn duidelijk hoger dan
van Rijn, Maas of Roer. Het 90-Sr is in hoofdzaak afkomstig van de
Noordzee, het 3-H en 226-Ra is afkomstig van lozingen. De lozingen van deze
laatste nucliden gedurende 1984 werden berekend op respectievelijk 58 TBq en
167 GBq, hetgeen niet afwijkt van de gemiddelde waarden over de jaren
1974-1983.