Rapport in het kort
Uit het onderzoek blijkt dat het Cs-137 gehalte,
gemeten op 4 punten langs de Nederlandse kust in die periode varieerde van
10 tot 60 Bq/m3. De concentraties van het meest noordelijke punt lagen
systematisch hoger dan die bij de overige punten. In 1986 werden wat hogere
Cs-137 en Cs-134 gehalten gemeten. In hoeverre het Tsjernobyl-ongeval
daaraan heeft bijgedragen kan niet worden vastgesteld. De gemiddelde
tritiumconcentraties varieerden van 1100 tot 3000 Bq/m3 en de gemiddelde
Sr-90 concentraties van 11 tot 68 Bq/m3. Van zuid naar noord namen deze
concentraties af. De H-3 en Sr-90 concentraties bij het meest zuidelijke
punt zijn 1.5 tot 2 x zo hoog als bij het meest noordelijke punt. In de
periode 1983 t/m 1985 waren de Sr-90 concentraties relatief hoog (2 tot 4 x
zo hoog als in 1986). Metingen in 1984 uitgevoerd op het meer centrale deel
van de Noordzee geven resultaten die in overeenstemming zijn met onderzoek
uit de voorafgaande periode. De gemiddelde stralingsbelasting voor een
individu uit de Nederlandse bevolking, gevolg van de consumptie van vis,
garnalen en mosselen uit de Noordzee wordt geschat op ca. 0,5 mugSv/jaar
ofwel ca. 0,03 % van de natuurlijke stralingsbelasting.